Vlaamse jobbonus – Werkhervattingspremie – Dimona ALT – Arbeidsdeal: wijziging arbeidsreglement
Besluit van de Vlaamse Regering van 2 juni 2023 wat betreft de aanpassing van de loongrenzen en het minimumbedrag van de jobbonus, BS 28 juni 2023; Koninklijk besluit van 17 juli 2023 tot vaststelling van de toekenningsvoorwaarden van de werkhervattingspremie ten laste van de uitkeringsverzekering, bl. 64191; Wet van 3 oktober 2022 houdende diverse arbeidsbepalingen, BS 10 november 2022.
Aanpassing loongrenzen en het minimumbedrag van de Vlaamse jobbonus
De Vlaamse Jobbonus is een steunmaatregel van de Vlaamse Regering voor werkenden met een minimumloon met woonplaats in het Vlaams Gewest.
Voor wie gemiddeld minder dan 1.800,00 EUR verdiende en voltijds werkte gedurende het volledige jaar 2021, ontving een maximale jobbonus van 600,00 EUR per jaar. Dit bedrag nam af naargelang het loon steeg, zo ontving de werknemer wiens brutoloon gemiddeld 2.500,00 EUR of hoger bedroeg, geen jobbonus meer.
Voor 2023 veranderen volgende zaken voor het refertejaar 2022:
De maximale loongrenzen om recht te hebben op de jobbonus;
Het minimumbedrag van de jobbonus.
Het refertejaar wordt nu opgesplitst in twee delen.
Voor prestaties geleverd in de periode van 1 januari 2022 tot en met 30 juni 2022 bedraagt de jobbonus op jaarbasis bij een voltijdse tewerkstelling gedurende het volledige refertejaar:
600,00 EUR bij een gemiddeld maandelijks brutoloon van maximum 1.950,00 EUR;
0 EUR bij een gemiddeld maandelijks brutoloon hoger dan 2.699,99 EUR;
Een bedrag dat degressief afneemt van 600,00 EUR tot 50,00 EUR bij een gemiddeld maandelijks brutoloon tussen 1.950,00 EUR en 2.699,99 EUR;
Voor prestaties geleverd in de periode vanaf 1 juli 2022 bedraagt de jobbonus op jaarbasis bij een voltijdse tewerkstelling gedurende het volledige refertejaar:
600,00 EUR bij een gemiddeld maandelijks brutoloon van maximum 1.950,00 EUR;
0 EUR bij een gemiddeld maandelijks brutoloon hoger dan 2.899,99 EUR;
Een bedrag dat degressief afneemt van 600,00 EUR tot 50,00 EUR bij een gemiddeld maandelijks brutoloon tussen 1.950,00 EUR en 2.899,99 EUR;
De berekening en toekenning van de jobbonus verloopt bijna automatisch. De rechthebbenden moeten wel hun rekeningnummer registreren in ‘Mijn Burgerprofiel” om de jobbonus te kunnen ontvangen.
Werkhervattingspremie
Als werkgever kan je recht hebben op een werkhervattingspremie van 1.000,00 EUR als je tussen 1 april 2023 tot 31 maart 2025 iemand die minstens één jaar arbeidsongeschikt is in dienst neemt of iemand laat hervatten in het kader van een progressieve werkhervatting van het ziekenfonds.
Dit geldt voor zowel werknemers die bij aanvang van de arbeidsongeschiktheid al door een arbeidsovereenkomst zijn verbonden met de werkgever als voor werknemers die nieuw aangeworven worden. Een werkgever kan maar één werkhervattingspremie krijgen voor dezelfde werknemer.
Recht op werkhervattingspremie
Er is pas recht op een werkhervattingspremie als:
de werknemer minstens één jaar arbeidsongeschikt is en dus ‘in invaliditeit’ is in de zin van de ziekte- en invaliditeitsverzekering
de werknemer de toegestane arbeid gedurende ten minste drie maanden (vóór 1 oktober 2025) verricht op basis van:
een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur
een arbeidsovereenkomst voor bepaalde duur die bij de aanvang van de toegestane arbeid een verwachte duur heeft van ten minste drie maanden, berekend van datum tot datum
een overeenkomst in het kader van een alternerende opleiding die bij de aanvang van de toegelaten arbeid een verwachte duur heeft van ten minste drie maanden, berekend van datum tot datum
een tijdelijke aanstelling voor bepaalde duur in een onderwijsinstelling van de Gemeenschappen, provincies, instellingen ondergeschikt aan de provincies, gemeenten, samenwerkingsverbanden van gemeenten en instellingen van openbaar nut die bij aanvang van de toegelaten arbeid een verwachte duur heeft van ten minste drie maanden, berekend van datum tot datum
een tijdelijke aanstelling voor onbepaalde duur in een onderwijsinstelling van de Gemeenschappen, provincies, instellingen ondergeschikt aan de provincies, gemeenten, samenwerkingsverbanden van gemeenten en instellingen van openbaar nut
een statutaire benoeming
een stage met het oog op een statutaire benoeming in de openbare sector.
De beoogde arbeid is een van volgende activiteiten is:
een bezoldigde arbeid die valt onder de Belgische sociale zekerheid voor werknemers (RSZ-wet van 27 juni 1969 - onderworpen aan minstens één sector (dus ook een statutaire tewerkstelling));
een gelijkaardige activiteit die onderworpen is aan de socialezekerheidswetgeving van een vreemd land waarmee België verbonden is door een internationaal of supranationaal instrument inzake coördinatie van sociale zekerheid;
een gelijkaardige activiteit in dienst van een internationale of supranationale organisatie.
Dit betekent dan ook dat volgende vormen van arbeid uitgesloten worden van het toepassingsgebied van de werkhervattingspremie:
een tewerkstelling verricht buiten het normale arbeidscircuit in een onderneming die valt onder paritair comité 327 voor beschutte werkplaatsen, sociale werkplaatsen en maatwerkbedrijven;
een flexi-job;
gelegenheidswerk;
een tewerkstelling die al lopende is bij het begin van de periode van arbeidsongeschiktheid en waarvoor de toepassing van de RSZ-wet van 27 juni 1969 beperkt is tot de sector van de geneeskundige verzorging voor wat betreft de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering;
een tewerkstelling als vrijwillig brandweerman, vrijwillig ambulancier of vrijwilliger van de civiele bescherming.
Ziekenfonds betaalt de premie
Het ziekenfonds waar de betrokken werknemer is aangesloten, betaalt de werkhervattingspremie uit. Zij gaan hierbij zelf na of alle voorwaarden zijn vervuld op basis van de informatie die rechtstreeks via de werkgever werd verstrekt of via de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid.
Hoe aanvraag indienen?
De aanvraag kan ten vroegste na het einde van de (eerste) drie maanden van aangepast werk indien alle voorwaarden voldaan zijn.
De aanvraag moet uiterlijk twee jaar na het verstrijken van de kalendermaand waarin de derde maand toegelaten arbeid verricht is geweest, worden ingediend via een online of papieren aanvraag.
Nieuw type DIMONA ALT voor leerlingen
Vanaf 1 september 2023 zullen leerlingen in alternerende opleidingen die aan de definitie van leerling voldoen, moeten aangegeven worden met de Dimona ALT, en niet meer zoals voordien met de Dimona OTH.
Dit met de bedoeling om de leerlingen te kunnen identificeren bij de toekenning van de gezinsbijslag.
Opgelet! Voor het PC 124 wijzigt er niets, hier blijft men gebruik maken van de Dimona RTA.
Welke leerlingen
Een leerling is elke persoon die in het kader van een alternerende opleiding door een overeenkomst verbonden is met een werkgever. Dit zijn opleidingen die aan volgende 6 voorwaarden cumulatief voldoen:
De opleiding bestaat uit een deel uitgevoerd op de werkvloer en een deel bij een onderwijs- of opleidingsinstelling. Deze twee onderdelen beogen de uitvoering van één opleidingsplan, zijn op elkaar afgestemd en wisselen elkaar geregeld af.
De opleiding leidt tot een beroepskwalificatie.
Het deel ‘werken’ omvat op jaarbasis gemiddeld minstens 20 uren per week, zonder rekening te houden met feest- en vakantiedagen.
Het deel ‘leren’ bedraagt minstens:
240 lesuren voor deeltijds leerplichtigen en
150 lesuren voor jongeren die niet meer deeltijds leerplichtig zijn,
Beide delen (werken/leren) worden uitgevoerd in het kader van één enkele overeenkomst waarbij de werkgever en de leerling betrokken partij zijn.
De overeenkomst voorziet in een financiële bezoldiging ten laste van de werkgever, die moet worden beschouwd als loon.
Wijziging arbeidsreglement voor deeltijdse variabele uurroosters
Zoals al meegedeeld in onze nieuwsbrief van december 2022 werd de wetgeving rondom de ‘Arbeidsdeal gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Aangezien de deadline voor de aanpassing van het arbeidsreglement m.b.t. de minimumtermijn voor de bekendmaking van de werkroosters van de deeltijdse werknemers met een variabel werkrooster nadert, wijzen we u hierop nogmaals op.
De minimumtermijn voor de bekendmaking van de werkroosters van de deeltijdse werknemers met een variabel werkrooster wordt opgetrokken.
Die termijn wordt verhoogd van 5 werkdagen op voorhand tot 7 werkdagen op voorhand. Deze termijn van 7 werkdagen kan worden gewijzigd bij een CAO die algemeen verbindend wordt verklaard bij Koninklijk Besluit, zonder dat hij evenwel minder dan 3 werkdagen mag bedragen.
De bestaande arbeidsreglementen die voorzien in een termijn van 5 werkdagen moeten tegen uiterlijk 21 augustus 2023 worden aangepast.
Horeca en textielverzorging
Heden voorziet een sectorale cao binnen de horecasector (PC 302) een bekendmakingstermijn van minstens 48 uur (als de werkgever hiervoor toestemming kreeg van het PC) en binnen de sector van de textielverzorging (PC 110) een bekendmakingstermijn toe van minstens 1 werkdag (als de werkgever de invoeringsprocedure uit de cao volgt). In afwezigheid van een sectorale cao wordt de bekendmakingstermijn 3 werkdagen voor werkgevers uit PC 110 en PC 302 (het absolute minimum dus dat wettelijk toegelaten is).
Tuinbouw, Schoonmaak en Autorijscholen
Volgende paritaire comités mogen (voor de beschreven activiteiten) hun bekendmakingstermijn behouden die korter is dan de minimumtermijn van 3 werkdagen:
PC 145 (tuinbouw);
PC 121 (schoonmaak): in geval van onvoorziene noodzakelijkheid na instemming van de werknemer;
PC 200: enkel voor de bedienden die tewerkgesteld zijn aan activiteiten in autorijscholen.
Deze afwijking geldt maar tot de geldigheidsduur van de cao afloopt (afloop termijn of opzegging door een van de partijen).
Werkgevers die hun arbeidsreglement nog niet aangepast hebben, dienen ons dan ook te contacteren.