PC 200- Protocolakkoord 2021- 2022
Dit akkoord is van toepassing op de werkgevers en op de bedienden die onder de bevoegdheid vallen van het Aanvullend Paritair Comité voor bedienden en is gesloten in het kader en met naleving van het KB van 30 juli 2021 tot uitvoering van art. 7 §1 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentie-vermogen.
Lonen
Verhoging van de sectorale minimumloonschalen met 0,4% met ingang van 01/12/2021.
Verhoging van de reële bruto maandlonen met 0,4% met ingang van 01/12/2021.
De hierboven vermelde verhoging van de reële bruto maandlonen is niet van toepassing op de bedienden die in de periode 2021-2022 volgens de modaliteiten eigen aan de onderneming effectieve loonsverhogingen en/of andere voordelen in koopkracht krijgen die gelijkwaardig zijn.
Eenmalige premies kunnen worden aangerekend voor zover zij toegekend zijn in de periode 2021-2022. De bruto-loonsverhoging van 0,4% of het gelijkwaardig voordeel moet recurrent zijn vanaf uiterlijk 1/1/2023.
De verhogingen van het loon en/of voordelen in koopkracht, van welke aard ook, worden per bediende aangerekend voor hun totale kost op de loonkost (bruto + patronale RSZ) van de hierboven vermelde verhoging van de reële maandlonen.
Jaarlijkse loonsverhogingen die automatisch voortvloeien uit de toepassing van de op beroepservaring gebaseerde sectorale minimumloonschalen of uit loonschalen op ondernemingsvlak gebaseerd op beroepservaring en/of anciënniteit worden niet aangerekend op de hierboven vermelde verhoging van de effectieve lonen.
In ondernemingen met een syndicale delegatie gebeurt de toepassing van het gelijkwaardig voordeel mits bedrijfsakkoord tegen uiterlijk 30 november 2021. Het overleg heeft enkel betrekking op de toepassing van het gelijkwaardig voordeel.
In ondernemingen zonder syndicale delegatie informeert de werkgever de bedienden schriftelijk en individueel omtrent de toepassing van het gelijkwaardig voordeel tegen uiterlijk 30 november 2021.
Coronapremie
Een eenmalige corona premie wordt toegekend in de vorm van consumptiecheques in ondernemingen die aan de volgende twee cumulatieve voorwaarden voldoen:
Zij hebben een positieve bedrijfswinst (code 9901) behaald in 2019 en 2020 (kalenderjaar).
Hun omzet (code 70), of brutomarge (code 9900) indien de omzet niet beschikbaar is, is met ten minste 5% gestegen.
Indien de omzet (code 70), of de brutomarge (code 9900) indien de omzet niet beschikbaar is, met ten minste 5% is gestegen, bedraagt de coronapremie 125 euro.
Indien de omzet (code 70), of de brutomarge (code 9900) indien de omzet niet beschikbaar is, met ten minste 10% is gestegen, bedraagt de coronapremie 250 euro.
De stijging van omzet (code 70) of brutomarge (code 9900) dient op autonome wijze te zijn behaald (dus niet 'kunstmatig' door middel van een fusie/overname).
De premie wordt betaald aan de werknemers die op 30/11/2021 in dienst zijn, a rato van de prestaties die tussen 01/12/2020 en 30/11/2021 zijn verricht en daarmee worden gelijkgesteld (overeenkomstig de sectorale CAO inzake de eindejaarspremie). De periodes van tijdelijke werkloosheid corona worden in deze premie eveneens gelijkgesteld met effectieve prestaties.
Voor deeltijdse bedienden wordt de premie pro rata toegekend op basis van hun arbeidsregime op 30/11/2021.
De coronapremie wordt uitgereikt op uiterlijk 31/12/2021.
Een coronapremie, die reeds werd toegekend op het niveau van de onderneming, wordt in mindering gebracht van de hoger vermelde bedragen.
Een schriftelijke communicatie zal door de werkgever worden gericht aan de syndicale delegatie of bij gebrek aan de werknemers omtrent de toekenning van de premie uiterlijk op 15/12/2021.
Aanvullend pensioen
Aanpassing CAO van 1/7/2019 betreffende koopkracht (Bijzondere regeling)
In toepassing van het Interprofessioneel afsprakenkader van 8/6/2021 betreffende de aanvullende pensioenen worden de volgende wijzigingen aangebracht aan de bepalingen van de CAO van 1/7/2019 betreffende de koopkracht - bijzondere regeling:
Art 5§1 2e lid: vervanging van “31/12/2022” door ”31/12/2024” en vervanging van “1/1/2025” door ”1/1/2030”
Art 5§4 2e lid: vervanging van “1/1/2025” door ”1/1/2030”
Art 6§4 1e lid: vervanging van “31/12/2022” door ”31/12/2024” en vervanging van “1/1/2025” door ”1/1/2030”
Eindejaarspremie - anciënniteitsvoorwaarde -uitzendarbeid
Aanpassing CAO 9/6/2016 - Art 3 - aanpassing van het 2e streepje (voorwaarde anciënniteit) onder “De te vervullen voorwaarden zijn de volgende”:
“Een anciënniteit hebben van tenminste zes maanden op het ogenblik van betaling van de premie. Voor de berekening van de vereiste anciënniteit van tenminste zes maanden, komt de periode van tewerkstelling als uitzendkracht in aanmerking voor zover de aanwerving volgt op de periode van uitzendarbeid en de functie uitgeoefend door de werknemer gelijkaardig is aan deze die als uitzendkracht werd uitgeoefend. Elke periode van inactiviteit van zeven dagen of minder geldt als een periode van tewerkstelling als uitzendkracht.”
Eindeloopbaan (stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag)
Cao SWT vanaf 60 jaar in kader van 151 NAR-cao (33 jaar loopbaan waarvan 20 jaar nachtarbeid of zwaar beroep mits 10 jaar anciënniteit in de onderneming) voor de periode 1/7/2021-30/6/2023;
Cao SWT 60 jaar en lange loopbaan 40 jaar mits 10 jaar anciënniteit in de onderneming in het kader van NAR-cao 152 voor de periode 1/7/2021-30/6/2023;
Cao SWT vanaf 60 jaar in kader van NAR-cao (35 jaar loopbaan zwaar beroep mits 10 jaar anciënniteit in de onderneming) voor de periode 1/7/2021-30/6/2023.
Vrijstelling aangepaste beschikbaarheid
De sector treedt ook toe tot de volgende CAO met betrekking van de voorwaarden voor de toekenning van de vrijstelling van verplichting van aangepaste beschikbaarheid:
CAO 153 van de NAR;
CAO 155 van de NAR.
Tijdskrediet
Verlenging van de cao tijdskrediet (inclusief tijdskrediet met motief) voor periode 1/7/2021 tot 31/12/2023, met uitzondering voor de landingsbanen 1/5e vanaf 55 jaar en halftijds vanaf 55 jaar cfr NAR-cao 156/157 voor lange loopbaan 35 jaar, zwaar beroep en 20 jaar nachtarbeid voor welke de verlenging geldt van 1/1/2021 tot 30/6/2023.
Behoud Premie sociaal fonds voor bedienden die 1/5e eindeloopbaan starten vanaf 60 jaar, of voor bedienden die cfr NAR-cao 156/157 vanaf 55 jaar 1/5e eindeloopbaan starten (lange loopbaan 35 jaar, zwaar beroep en 20 jaar nachtarbeid) vanaf 01/01/2021 - 30/6/2023.
Verlenging van de aanmoedigingspremies van de Vlaamse Gemeenschap.
Telewerk
De sociale partners moedigen de ondernemingen aan, om wanneer zij telewerk implementeren, dit gedurende de looptijd van dit akkoord op te nemen in de sociale dialoog op ondernemingsniveau.
Eind 2022, in het kader van hun volgend akkoord, evalueren de sociale partners en bekijken ze of een kader op sectorniveau nodig is.
De sociale partners adviseren ondernemingen die nog geen gesprek zouden hebben gehad over deconnectie, dit aan te gaan in het CPBW, binnen de haar toegewezen bevoegdheden en alle actoren te sensibiliseren over de risico inzake overdreven connectiviteit.
Vorming
Om het hoofd te bieden aan de evolutie van de arbeidsmarkt, aan de digitale transformatie, om een duurzame inzetbaarheid van de bedienden en de competitiviteit van de ondernemingen te verzekeren, willen de sociale partners inzetten op loopbaanlang leren en voorzien ze overeenkomstig de afspraken sectorakkoord PC 200 van 1/7/2019 met betrekking tot opleiding voor 2022-2023 in het volgend groeipad:
Verlenging bepalingen van CAO 1/7/2019 inzake Opleiding voor periode 2022-2023
Mits volgende wijzigingen inzake het aantal aan te bieden opleidingsdagen:
Artikel 2 §1 : in de ondernemingen met 20 of meer werknemers gemiddelde van 6 opleidingsdagen per VTE (ipv 5 dagen)
Artikel 2§2: in de ondernemingen met minstens 10 en minder dan 20 werknemers gemiddelde van 4,5 opleidingsdagen per VTE (ipv 4 dagen)
Artikel 3§3 : in de ondernemingen met minder dan 10 werknemers gemiddelde van 4 opleidingsdagen per VTE (status quo)
Mits telkens vervanging “2020” door “2022” en “2021” door “2023” .
De sociale partners nemen zich voor om in de schoot van de raad van bestuur van Cevora in de 1e jaarhelft van 2022 een strategie te ontwikkelen om een groter volume van werknemersopleidingen te realiseren en het opleidingsbeleid van de ondernemingen aan te moedigen.
Engagementen opgenomen in de sectorconvenant met Vlaanderen kunnen daarbij ook dienend zijn voor de andere landsgedeelten.
Bijzondere aandacht gaat o.m uit naar een groter bereik van KMO's en de medewerkers ervan, een groter bereik van inactieven (en het aanmoedigen van 'intensief tijdelijk werklozen' om hun competenties te versterken), het stimuleren van opleidingen tot knelpuntberoepen, de uitrol van duaal leren, in het algemeen het uitdragen van de leercultuur, het verwerven van digitale competenties en het verwerven van competenties voor de functies van morgen.
Tot slot zetten de sociale partners in op een uitbreiding van het digitaal opleidingsaanbod binnen Cevora.
Bijdrage sociaal Fonds
De bijdrage van de werkgevers aan het sociaal fonds bepaald op 0,23% van de brutolonen van de bedienden van de ondernemingen, wordt verlengd voor de periode van 1/4/2022 tot en met 31/12/2023.
De afspraken voor de risicogroepen worden verlengd.
Mobiliteit
Vanaf 1 juli 2022, zal aan een regelmatige gebruiker van de fiets voor woon-werkverkeer een fietsvergoeding van 20 cent/ effectief afgelegde km, met een max. van 8 EUR [max. 40 km heen en terug] per arbeidsdag, toegekend worden.
De modaliteiten zijn te bepalen op ondernemingsvlak en de vergoeding is niet cumuleerbaar met andere tussenkomsten op het woonwerktraject, met uitzondering van de tussenkomst voor openbaar vervoer.
Privé-vervoer: vanaf 1/1/2022 wordt het bedrag van de jaarlijkse brutogrens voor de tegemoetkoming in het privé-vervoer van 27.750 EUR verhoogd tot 29.680 EUR.
Werkgroep sectorale minimumloonschalen
De sociale partners verbinden zich ertoe om binnen een werkgroep de mogelijkheden te onderzoeken om de sectorale minimumloonschalen beter af te stemmen op de ontwikkelingen van de arbeidsmarkt.
Sociale vrede
De in het APCB vertegenwoordigde vakorganisaties verbinden zich ertoe om tijdens de geldigheidsduur van deze overeenkomst, geen bijkomende eisen te stellen op het niveau van het paritair comité en van de ondernemingen in verband met de materies die in deze overeenkomst zijn vervat.
Duur
Dit akkoord heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2021 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2022, tenzij anders bepaald.