PC 302: Minimale arbeidsduur

 De wetgeving bepaalt dat de wekelijkse arbeidsduur van een deeltijdse medewerker minstens 1/3 van een voltijdse tewerkstelling dient te bedragen[1].

In de horecasector is hierop een uitzondering voorzien de stelt dat een deeltijdse medewerker minstens 10 uur dient te presteren.

De wetgeving voorziet eveneens in een minimale werkperiode van 3 uur per prestatie[2]. Ook op dit vlak is in de horecasector een uitzondering voorzien. De minimale werkperiode werd vastgelegd op 2 uur.

De werkgever die gebruik wenst te maken van deze afwijkingen, dient vanaf 1 januari 2018 het gebruik ervan in de onderneming op gemotiveerde wijze te melden aan het Paritair Comité. 

De melding gebeurt aan de hand van het modeldocument dat door het Paritair Comité wordt goedgekeurd. U kan dit bij ons verkrijgen.  

Wanneer een misbruik van de afwijking op minimale arbeidsduur wordt vastgesteld kan de afwijking worden ingetrokken.  

 

Indien u uw deeltijdse medewerkers minder dan 12,66u/ week (maar minstens 10u/ week) wenst tewerk te stellen, of wenst te voorzien in werkperiodes van minder dan 3 uur (maar minstens 2 uur/ werkperiode) dan dient dit gemeld te worden aan het Paritair Comité.


[1] Er wordt eveneens voorzien in een aantal uitzonderingen waar binnen dit flashbericht niet verder op wordt ingegaan.

[2] Er wordt eveneens voorzien in een aantal uitzonderingen waar binnen dit flashbericht niet verder op wordt ingegaan.

Eliott Duckers