Detachering naar België- Verbindingspersoon

In een vorige nieuwsbrief informeerden wij u reeds over de omzetting van de Europese handhavingsrichtlijn inzake detachering naar Belgisch recht. Deze wetgeving voerde in België, net als in veel andere Europese lidstaten, het begrip verbindingspersoon in.Een werkgever die werknemers naar België detacheert, dient sinds 2007  voorafgaandelijk een Limosa-aangifte te doen. De werkgever moet tevens een verbindingspersoon aanduiden. Deze verbindingspersoon zal, in opdracht van de werkgever, bepaalde documenten moeten kunnen voorleggen indien de Belgische inspectiediensten hierom verzoeken.

De Limosa aangifte

Gedetacheerde werknemers, zijn in het kader van deze bepalingen, personen die tijdelijk arbeidsprestaties verrichten in België en die,

-      hetzij gewoonlijk werken op het grondgebied van één of meer andere landen dan België,

-      hetzij zijn aangeworven in een ander land dan België.

Er dient een Limosa- aangifte te gebeuren voor deze werknemers. Er zijn evenwel een aantal categorieën uitgesloten[1].

Zo zijn werknemers tewerkgesteld in de sector van het internationaal vervoer van personen of goederen uitgesloten van de verplichte Limosa- aangifte, tenzij deze werknemers cabotageactiviteiten op het Belgisch grondgebied verrichten.

Het gaat hier om chauffeurs, piloten, cabinepersoneel, binnenschippers, zeelieden, enzovoort, in dienst van een in het buitenland gevestigde werkgever.

Internationaal transport en transittransport zijn uitgesloten van de melding, cabotage niet. Het intern Belgisch vervoer (cabotage) is steeds onderworpen aan de meldingsplicht, ongeacht de duur ervan, aangezien dit rechtstreeks ingrijpt in het Belgische economische weefsel.

De verbindingspersoon

De verbindingspersoon is de natuurlijke persoon die wordt aangewezen door de werkgever om, voor zijn rekening, het contact te verzekeren met de de inspectiediensten om elk document of advies te bezorgen of in ontvangst te nemen dat betrekking heeft op de tewerkstelling van de werknemers gedetacheerd in België.

De verbindingspersoon kan om het even welke natuurlijke persoon zijn, d.w.z. de werkgever in eigen persoon (indien het een werkgever, natuurlijke persoon betreft), een werknemer van de onderneming of een derde t.a.v. de onderneming. Er bestaat in hoofde van de verbindingspersoon geen verplichting tot het hebben van een domicilie in Belige. Deze kan dus ook gedomicilieerd zijn in het land van vestiging van de werkgever die detacheert.

De verbindingspersoon handelt voor rekening van de detacherende werkgever. De werkgever is degene die juridisch aansprakelijk blijft voor het bezorgen van de documenten die betrekking hebben op de in België gedetacheerde werknemers en die opgevraagd worden door de inspectiediensten.

Voorafgaandelijk aan de tewerkstelling van de in België gedetacheerde werknemers, moet de werkgever een verbindingspersoon aanwijzen en, vanaf 1 oktober 2017 in de Limosa- melding de volgende gegevens meedelen:
1° Identificatiegegevens van de werknemer;

2° De identificatiegegevens van de werkgever en zijn lasthebber;  

3° De identificatiegegevens van de Belgische gebruiker;

4° De voorziene begin- en einddatum van de detachering in België;

5° De aard van de diensten verricht in het kader van de detachering in België;

6° Ingeval van uitzendarbeid, het erkenningsnummer van het buitenlands uitzendbureau, wanneer deze erkenning voorgeschreven is;

7° Wanneer de arbeid betrekking heeft op ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf nr. 124, de vermelding of de arbeider, voor de periode van de tewerkstelling in België, in toepassing van de regelingen waaraan zijn werkgever in het land van vestiging is onderworpen, al dan niet voordelen geniet die vergelijkbaar zijn met de voordelen bedoeld bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 september 2013 gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf;

8° De plaats waar, in België, de arbeidsprestaties worden geleverd;

9° Het werkrooster;

10° De identificatiegegevens en de contactgegevens van de verbindingspersoon waaronder :
- zijn naam, voornamen en geboortedatum.;
- de hoedanigheid waarin deze verbindingspersoon optreedt;
- zijn fysieke en elektronische adressen alsook een telefoonnummer waarop hij kan worden gecontacteerd.

De niet- aanduiding van een verbindingspersoon is sanctioneerbaar met een sanctie van niveau 2 van het Sociaal Strafwetboek (hetzij een strafrechterlijke geldboete van 400 tot 4.000€, hetzij een administratieve geldboete van 200 tot 2.000€).

[1] K.B. 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet (I) van 27 december 2006 tot voorafgaandelijke melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen, B.S. 28/03/2007 

Eliott Duckers