Spilindex overschreden in januari 2025

Om te vermijden dat de koopkracht te sterk uitgehold zou worden door de inflatie, worden lonen geïndexeerd. In dit kader worden de lonen van ambtenaren en sociale uitkeringen gekoppeld aan de “spilindex”. Er zal een verhoging gebeuren wanneer de gemeten verhoging van de kosten van het levensonderhoud 2% bereikt. Concreet zal er een indexering doorgevoerd worden telkens de zogenaamde “afgevlakte gezondheidsindex” (= het rekenkundig gemiddelde van de gezondheidsindex van de betrokken maand en van de 3 voorafgaande maanden) de spilindex bereikt of overschrijdt.

De spilindex is opnieuw overschreden op heden. Voor 2025 worden er geen verdere overschrijdingen van de spilindex meer verwacht volgens de inschattingen van het planbureau.

Wat is de impact van de overschrijding van de spilindex?

Het overschrijden van de spilindex brengt enkele concrete gevolgen met zich mee. Deze worden hieronder voor u opgesomd.

  • De sociale uitkeringen (o.a. de werkloosheidsuitkeringen, het pensioen, de uitkeringen en bedrijfstoeslagen in het kader van SWT, de door de ziekte- en invaliditeitsverzekering gestorte vergoedingen, de vergoedingen voor tijdskrediet en thematisch verlof, de vergoeding in geval van sluiting van ondernemingen, het leefloon,…) stijgen in februari 2025 met 2%.

  • De lonen van de ambtenaren stijgen in maart 2025 met 2%.

  • De lonen in de social profit sector stijgen.

    • Verhoging in februari 2025: PC 327.011 , PC 327.012, PC 327.021, PC 327.031, PC 330, PC 331, PC 332.

    • Verhoging in maart 2025: PC 152.011, PC 225.010, PC 304, PC 318.010, PC 318.020, PC 319.01, PC 319.02, PC 329.01, PC 329.02, PC 331, PC 337, PC 339.

  • Het nationaal gewaarborgd gemiddeld minimummaandinkomen (GGMMI CAO nr.43) indexeert op 1 februari 2025. Deze verhoging van het GGMMI heeft geen rechtstreekse gevolgen voor de sector- of ondernemingsbarema’s, die nog steeds in acht moeten worden genomen. De Paritaire Comités kunnen bij CAO bijzondere modaliteiten bepalen voor de inhoud en de berekening van het GGMMI en de koppeling ervan aan de index. Sectoren met een eigen GGMMI moeten dit vergelijken met het nieuwe nationale GGMMI. Als het sector-GGMMI lager ligt, moet het nationale bedrag worden toegepast. Elke werkgever zonder sector- of ondernemingsbarema’s moet het verhoogde GGMMI toepassen.

  • Verschillende leervergoedingen worden berekend worden aan de hand van het GGMMI. Een stijging van het GGMMI resulteert dus in een verhoging van deze vergoedingen. Het gaat o.a. om vergoedingen betaald in het kader van een beroepsinlevingsstage, de beroepsinlevingsovereenkomst en de overeenkomst alternerend leren.

  • Vergoeding nachtwerk zal stijgen op basis van cao 46.

  • Het supplement tijdelijke werkloosheid van 5 euro ingevoerd sinds 1 januari 2024 in geval van tijdelijke werkloosheid (met uitzondering van overmacht) is gekoppeld aan de spilindex en zal stijgen.

  • Een aantal loongrenzen die de RSZ hanteert in haar berekeningen zullen met 2% stijgen, bijvoorbeeld de werkbonus en de structurele vermindering.

  • Het flexiloon in de horeca zal stijgen op 1 februari 2025 met 2%. • De begrenzing van het maandelijks brutoloon dat als basis dient voor de vaststelling van het netto referteloon in het kader van de vergoeding collectief ontslag stijgt eveneens.

Legal Paycover