Spilindex overschreden in april 2024
Om te vermijden dat de koopkracht te sterk uitgehold zou worden door de inflatie, worden lonen geïndexeerd.
In dit kader worden de lonen van ambtenaren en sociale uitkeringen gekoppeld aan de “spilindex”. Er zal een verhoging gebeuren wanneer de gemeten verhoging van de kosten van het levensonderhoud 2% bereikt. Concreet zal er een indexering doorgevoerd worden telkens de zogenaamde “afgevlakte gezondheidsindex” (= het rekenkundig gemiddelde van de gezondheidsindex van de betrokken maand en van de 3 voorafgaande maanden) de spilindex bereikt of overschrijdt.
De spilindex is overschreden in april 2024.
Wat is de impact van de overschrijding van de spilindex in april 2024?
De sociale uitkeringen (o.a. de werkloosheidsuitkeringen, het pensioen, de uitkeringen en bedrijfstoeslagen in het kader van SWT, de door de ziekte- en invaliditeitsverzekering gestorte vergoedingen, de vergoedingen voor tijdskrediet en thematisch verlof, de vergoeding in geval van sluiting van ondernemingen, het leefloon,…) stijgen in mei 2024 met 2%.
De lonen van de ambtenaren stijgen in juni 2024 met 2%.
Lonen social profit sector
Verhoging in mei 2024: PC 327.011 , PC 327.012, PC 327.021, PC 327.031, PC 330, PC 331, PC 332.
Verhoging in juni 2024: PC 152.011, PC 225.010, PC 304, PC 318.010, PC 318.020, PC 319.01, PC 319.02, PC 329.01, PC 329.02, PC 331, PC 337, PC 339.
Het nationaal gewaarborgd gemiddeld minimummaandinkomen (GGMMI CAOnr.43) indexeert op 1 mei 2024.
Deze verhoging van het GGMMI heeft geen rechtstreekse gevolgen voor de sector- of ondernemingsbarema’s, die nog steeds in acht moeten worden genomen.
De Paritaire Comités kunnen bij CAO bijzondere modaliteiten bepalen voor de inhoud en de berekening van het GGMMI en de koppeling ervan aan de index.
Sectoren met een eigen GGMMI moeten dit vergelijken met het nieuwe nationale GGMMI. Als het sector-GGMMI lager ligt, moet het nationale bedrag worden toegepast.
Elke werkgever zonder sector- of ondernemingsbarema’s moet het verhoogde GGMMI toepassen.
Verschillende leervergoedingen worden berekend worden aan de hand van het GGMMI. Een stijging van het GGMMI resulteert dus in een verhoging van deze vergoedingen. Het gaat o.a. om vergoedingen betaald in het kader van een beroepsinlevingsstage, de beroepsinlevingsovereenkomst en de overeenkomst alternerend leren.
Vergoeding nachtwerk op basis van cao 46 stijgt vanaf 1 mei 2024 naar 183,83 EUR. De vergoeding nachtwerk op basis van cao 49 bedraagt vanaf 1 mei 2024 voor de werknemers jonger dan 50 jaar 1,45 euro per uur en voor de werknemers van 50 jaar of ouder 1,75 euro per uur.
Het supplement tijdelijke werkloosheid van 5 euro ingevoerd sinds 1 januari 2024 in geval van tijdelijke werkloosheid (met uitzondering van overmacht) is gekoppeld aan de spilindex en stijgt vanaf 1 mei 2024 naar 5,10 euro.
Een aantal loongrenzen die de RSZ hanteert in haar berekeningen stijgt vanaf 1 mei 2024 met 2 procent, bijvoorbeeld de werkbonus en de structurele vermindering.
Het flexiloon in horeca stijgt op 1 mei 2024 naar 11,41 euro (exclusief 7,67% vakantiegeld).
De begrenzing van het maandelijks brutoloon dat als basis dient voor de vaststelling van het netto referteloon in het kader van de vergoeding collectief ontslag stijgt vanaf 1 mei 2024.