Loonbeslag en loonoverdracht | Grenzen 2025
Wanneer een medewerker nalaat zijn schulden te betalen, kunnen deze gedwongen bij u als werkgever geïnd worden. Dit kan onder meer gebeuren onder de vorm van een uitvoerend beslag onder derden of de uitvoering van een loonoverdracht.
Van het nettoloon van de werknemer, is slechts een bepaald gedeelte vatbaar voor overdracht of beslag. Dit om te waarborgen dat de werknemer in zijn levensonderhoud en dat van zijn gezin zou kunnen voorzien. Deze grenzen worden jaarlijks aangepast en verschillen naar gelang het beslag of de overdracht, worden gelegd op een beroepsinkomen dan wel op een vervangingsinkomen. De bedragen voor 2025 zijn intussen gekend.
Grenzen loonbeslag en loonoverdracht
Het beschikbaar gedeelte van het loon wordt berekend op het loon, na inhouding van de socialezekerheidsbijdragen, bedrijfsvoorheffing en inhoudingen bestemd om een bijkomend voordeel inzake sociale zekerheid te waarborgen.
Per kind ten laste kunnen deze bedragen met € 86 (bedrag 2025) verhoogd worden.
Inkomsten voortvloeiend uit loontrekkende of gelijkgestelde activiteiten en uit zelfstandige activiteiten
De inkomsten uitgekeerd ten gevolge van een activiteit als loontrekkende of van gelijkgestelde activiteiten en de inkomsten als zelfstandige kunnen in beslag genomen of overgedragen worden (bedragen 2025):
· Ten belope van 20% tussen €1.388 en € 1.492;
· Ten belope van 30% tussen € 1.492 en € 1.646;
· Ten belope van 40% tussen € 1.646 en € 1.800;
· Volledig boven de € 1.800 (onbeperkt bedrag).
De bedragen tot € 1.388 zijn niet vatbaar voor beslag of overdracht.
Er geldt geen beperking wanneer het beslag gelegd wordt teneinde betaling te bekomen van alimentatiegeld.
Vervangingsinkomens
Vervangingsinkomens kunnen in beslag genomen of overgedragen worden:
· Ten belope van 20% tussen €1.388 en € 1.492;
· Ten belope van 40% tussen € 1.492 en € 1.800;
· Volledig boven de € 1.800 (onbeperkt bedrag).
De bedragen tot € 1.388 zijn niet vatbaar voor beslag of overdracht.
Bron:
· KB van 5 december 2024 tot uitvoering van artikel 1409, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek, BS van 13 december 2024.