Uit de programmawet - Fiscaal gunstregime overuren verlengd
Er is een fiscaal voordeel, zowel voor de werkgever als voor de werknemer, op het loon dat wordt toegekend voor overuren die aanleiding geven tot het betalen van een wettelijke overloontoeslag. Voor de werkgever houdt dit in dat er een gedeeltelijke vrijstelling geldt van de doorstorting van de bedrijfsvoorheffing; voor de werknemer gaat het om een belastingvermindering. De belastingvermindering voor de werknemer en de vrijstelling van doorstorting voor de werkgever golden oorspronkelijk voor maximaal 130 overuren per jaar. Dit plafond werd tot 30 juni 2025 tijdelijk verhoogd tot 180 uren.
Deze tijdelijke verhoging werd intussen verlengd tot eind 2025 via de programmawet van 18 juli 2025 . Daarnaast vermeldt het Zomerakkoord dat de regering een akkoord heeft bereikt om het verhoogde contingent van 180 overuren permanent te maken. Van zodra dit wettelijk is verankerd, zullen wij hierover verder communiceren.
De bestaande verhoogde plafonds voor de bouw- en de horecasector blijven ongewijzigd. Het betreft de regeling voor maximaal 360 uren in de horecasector en maximaal 180 uren voor werken in onroerende staat op voorwaarde dat er gebruik wordt gemaakt van checkinatwork of een elektronisch aanwezigheidsregistratiesysteem op de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen.
Voordeel voor de werkgever: gedeeltelijke vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing
De werkgever mag een gedeelte van de bedrijfsvoorheffing die op de bezoldiging wordt ingehouden, bij zich houden en bijgevolg dient een gedeelte van de ingehouden bedrijfsvoorheffing niet te worden doorgestort
De vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing wordt berekend door een percentage toe te passen op het brutobedrag van de bezoldigingen dat als berekeningsgrondslag heeft gediend voor de berekening van de overwerktoeslag. Het gaat hier over het brutoloon vóór aftrek van sociale bijdragen. De eigenlijke overwerktoeslag is niet inbegrepen.
Het percentage dat in aanmerking komt voor een vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing bedraagt:
32,19% bij een wettelijke overloontoeslag van 20% (bouwsector) ;
41,25% bij een wettelijke overloontoeslag van 50% (minimale overloontoeslag)
41,25% bij een wettelijke overloontoeslag van 100% (zondag, feestdag)
De vrijstelling wordt slechts toegekend indien de bedrijfsvoorheffing volledig werd ingehouden.
Volgende voorwaarden zijn van toepassing:
onderworpen zijn aan de arbeidswet;
vallen onder categorie 1 van de structurele lastenverlaging; dit is in principe de private profitsector;
overuren presteren waarvoor een wettelijke overloontoeslag van toepassing is.
Voordeel voor de werknemer: belastingvermindering
Voor de werknemers wordt het voordeel geconcretiseerd door middel van een belastingvermindering. Er wordt al rekening gehouden met de vermindering op niveau van de bedrijfsvoorheffing. De definitieve belastingvermindering zal in de personenbelasting of in de belasting der niet-inwoners worden toegepast.
De belastingvermindering is een percentage in functie van de grootte van de wettelijke overloontoeslag en bedraagt:
66,81% bij een wettelijke overloontoeslag van 20% (bouwsector);
57,75% bij een wettelijke overloontoeslag van 50% (minimale overloontoeslag);
57,75% bij een wettelijke overloontoeslag van 100% (zondag, feestdag).
Volgende voorwaarden zijn van toepassing:
De vermindering mag niet meer bedragen dan de belasting op de bezoldigingen.
Het gaat over werknemers die overuren gepresteerd hebben waarvoor een wettelijke overwerktoeslag van toepassing is.