Economische werkloosheid voor bedienden | Versoepelde regelgeving uiteindelijk verlengd tot 31 december 2025
Het invoeren van een regeling economische werkloosheid voor de bedienden binnen uw onderneming gaat steeds gepaard met een reeks aan te vervullen formaliteiten. Zo moet in principe ofwel een sectorale cao ofwel een ondernemings-cao of ondernemingsplan aan de basis aanwezig zijn. Tijdens en in naloop van de coronacrisis werden in dit kader echter diverse cao’s vanuit de NAR afgesloten om het aanvraagproces te versoepelen. De laatst voorziene cao (NAR cao nr. 172) liep af op 30 juni 2025. Intussen is bekend dat de Sociale Partners binnen de NAR de regeling alsnog hebben verlengd tot eind 2025, door middel van de nieuwe CAO nr. 176.
Aanvraagprocedure economische werkloosheid voor bedienden
Om een stelsel van economische werkloosheid voor bedienden toe te passen, moet de onderneming erkend zijn als zijnde een onderneming in moeilijkheden.
De onderneming moet in dit kader steeds gebonden zijn hetzij door een sectorale C.A.O. afgesloten binnen een paritair comité en neergelegd bij de Griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen, hetzij door een ondernemings-cao, afgesloten in de onderneming en neergelegd bij de Griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen, hetzij door een door de FOD WASO goedgekeurd ondernemingsplan.
Vereenvoudigde procedure
De NAR-CAO's nr. 159 (geldig van 01.01.2022 tot 30.06.2023) en nr. 172 (geldig van 01.07.2023 tot 30.06.2025) voorzagen reeds tot 30.06.2025 in een suppletieve regeling voor de werkgevers die niet gebonden zijn door een CAO of een ondernemingsplan.
Deze cao’s lieten werkgevers met andere woorden toe om op een vereenvoudigde manier alsook sneller bedienden op economische werkloosheid te kunnen plaatsen, zonder ondernemings-cao of ondernemingsplan.
De sociale partners binnen de Nationale Arbeidsraad hebben uiteindelijk alsnog een nieuwe NAR-cao gesloten tot verlenging van deze eenvoudige procedure. De cao nr. 176 geldt van 1 juli 2025 tot 31 december 2025.
De procedure voor goedkeuring van een ondernemingsplan
Los van deze versoepelde regeling kan ook nog steeds gekozen worden voor de opmaak van een ondernemingsplan. Indien de ondernemingen een ondernemingsplan moeten opmaken, moeten zij dit plan samen met een gemotiveerde aanvraag per aangetekend schrijven overmaken aan de directeur-generaal van de Algemene Directie van de Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, Ernest Blerotstraat 1, 1070 Brussel. De onderneming moet het bewijs leveren dat zij beantwoordt aan één van de criteria van onderneming in moeilijkheden. Daartoe dient de onderneming gebruik te maken van het formulier C106A (www.rva.be) en haar bijlagen (BTW-aangiften).
Het ondernemingsplan wordt overgemaakt aan een tripartiete commissie samengesteld uit vijf leden voorgedragen door de representatieve werknemersorganisaties die zetelen in de Nationale Arbeidsraad, vijf leden voorgedragen door de representatieve werkgeversorganisaties die zetelen in de Nationale Arbeidsraad en drie leden aangeduid door de Koning die, binnen de twee weken na ontvangst van het ondernemingsplan, een gemotiveerde beslissing neemt op basis van volgende criteria:
• voldoet de onderneming aan de criteria van onderneming in moeilijkheden;
• voldoet het ondernemingsplan aan de vormvoorwaarden opgelegd door de wet;
• worden er ontslagen vermeden door toepassing van de voorziene maatregelen in het plan.
De directeur-generaal van de Algemene Directie van de Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg maakt de beslissingen van de commissie over aan de betrokken ondernemingen.
Ten vroegste 14 dagen na verzending van het formulier C106A of het formulier C106A-NBTW naar de FOD werkgelegenheid, kunt u een elektronische mededeling "schorsing bedienden ingevolge werkgebrek" versturen.
Reminder: wat als u uw bedienden daarna effectief werkloos wenst te stellen wegens werkgebrek?
Enkele aandachtspunten
Er zijn steeds diverse regels te respecteren bij het uitoefenen van een regime tijdelijke werkloosheid voor bedienden. Zo moet u onder meer volgende zaken in orde brengen:
• U maakt gebruik van de elektronische controlekaarten eC3.2 voor de bedienden (een validatieboek is door gebruik van de elektronische controlekaart niet meer verplicht);
• U deelt de voorziene schorsing mee aan de bedienden en aan de ondernemingsraad (of bij ontstentenis aan de vakbondsafgevaardigde), en op elektronische wijze aan de RVA. U doet deze kennisgeving ten minste zeven kalenderdagen vóór de 1stevoorziene werkloosheidsdag. De dag van de kennisgeving en de eerst voorziene werkloosheidsdag zijn niet inbegrepen in die termijn. U doet dit ofwel via affichering op een goed zichtbare plaats in de onderneming ofwel via een geschreven kennisgeving aan de bediende;
• Maandelijks deelt u aan de RVA via elektronische weg de 1ste effectieve werkloosheidsdag van de maand mee;
• De eerste keer dat u de bediende tijdelijk werkloos stelt ingevolge werkgebrek, verricht u een elektronische aangifte ASR scenario 2 ‘Aangifte vaststellen recht tijdelijke werkloosheid of schorsing bedienden’, en bezorgt u een kopie van die aangifte aan de bediende.
• Na het einde van elke maand verricht u een ASR-scenario 5 ‘Maandelijkse aangifte van de uren tijdelijke werkloosheid of uren schorsing bedienden’ en overhandigt u de bediende een kopie van die aangifte.
• Na het einde van elke maand stuurt de bediende zijn elektronische kaart eC3.2 door naar de uitbetalingsinstelling. De uitbetalingsinstelling berekent het uitkeringsbedrag en schrijft het bedrag over op de rekening van de bediende. Er wordt een fiscale voorheffing ingehouden. De RVA verifieert of het bedrag dat door de uitbetalingsinstelling werd uitbetaald correct is.
• U betaalt een supplement bovenop de werkloosheidsuitkering, conform de sectorale cao of uw ingediende ondernemingsplan.
Welke regeling kunt u invoeren?
U kunt ofwel een regeling van volledige schorsing invoeren ofwel een regeling van gedeeltelijke arbeid met ten minste twee arbeidsdagen per week. Dit aantal wordt niet beïnvloed door de arbeidsregeling van de werknemer (voltijds of deeltijds, vijf- of zesdaagse stelsel, …). De spreiding van de schorsing heeft geen belang. Er moet geen week werkhervatting zijn tussen twee mededelingen. Volgende regelingen zijn bijvoorbeeld mogelijk:
• zes weken volledige schorsing, aaneensluitend gevolgd door vijf weken gedeeltelijke arbeid,
• vijf weken volledige schorsing, gevolgd door een nieuwe volledige schorsing van twee weken.