Vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing- Ploegen- en nachtarbeid

Ondernemingen waar ploegen- of nachtarbeid wordt verricht, kunnen een lastenverlaging genieten in de vorm van een vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing[1]. Ingevolge een arrest van het hof van beroep van Bergen van 21 oktober 2020 past de fiscus zijn standpunt inzake de “één derde-norm” aan. Vanaf 1 januari 2022 mag deze enkel nog berekend worden op basis van het aantal uren.

We zetten de principes van de vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing in het kader van ploegen- en nachtarbeid voor u op een rij.

Basisvoorwaarden

Om aanspraak te kunnen maken op de vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing, dienen een aantal basisvoorwaarden te worden voldaan:

-     de werkgever moet schuldenaar van de BV zijn in toepassing van art. 270, 1°, WIB 92; Indien geen bedrijfsvoorheffing wordt betaald, kan de werkgever deze lastenverlaging niet genieten.

-     het moet gaan om een onderneming waar nacht- of ploegenarbeid wordt verricht en die een ploegenpremie betaalt of toekent; Een ploegenpremie is een premie die naar aanleiding van de ploegenarbeid of van de nachtarbeid wordt toegekend.

 -     de BV op de betrokken bezoldigingen en premies moet daadwerkelijk worden ingehouden;

-     de vrijstelling wordt enkel toegekend voor werknemers die, overeenkomstig de arbeidsregeling waarin zij tewerkgesteld zijn, tenminste een derde van hun arbeidstijd in ploegen- of nachtarbeid zijn tewerkgesteld tijdens de maand waarvoor het voordeel wordt gevraagd;

Voor de toepassing van de “één derde norm” worden, naast de effectieve arbeidsprestaties, ook de schorsingen van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst waarvoor het loon wordt doorbetaald, mee in aanmerking genomen.

Vanaf 1 januari 2022 mag de “één derde-norm” enkel nog in uren worden berekend, en niet langer in dagen. Hierbij wordt de arbeidstijd in uren in ploegen- of nachtarbeid over de betrokken maand gedeeld door de totale arbeidstijd in uren van de betrokken maand. Dit gewijzigd standpunt zal voor veel werkgevers een grote financiële impakt hebben.    

Een circulaire verduidelijkt daarnaast één en ander zoals wijzigingen van arbeidsregime van medewerkers tewerkgesteld in een regime van ploegen- en nachtarbeid en de toepassing op deeltijdse arbeidsovereenkomsten.

Ploegenarbeid  

Een onderneming waar ploegenarbeid wordt verricht is een onderneming:

  • waar het werk wordt verricht in minstens twee ploegen van minstens twee werknemers,

  • die hetzelfde werk zowel qua inhoud als qua omvang doen,

  • en die elkaar in de loop van de dag opvolgen zonder dat er een onderbreking tussen de opeenvolgende ploegen is

  • en zonder dat de overlapping meer dan een vierde van hun dagtaak bedraagt.

De werkgever dient vanaf 1 januari 2022 de 'één derde-norm' op uurbasis te berekenen, voor alle werknemers in ploegenarbeid. De fiscale circulaire geeft onderstaand voorbeeld ter verduidelijking van de berekening van de 'één derde-norm' voor ploegenarbeid'.

Voorbeeld

Werkgever A voldoet aan alle voorwaarden om aanspraak te kunnen maken op de vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing voor ploegenarbeid.

De 'één derde-norm' voor werknemer X voor de maand februari N is:

(38+0+38+0)/(38+38+38+38) = 76/152 = 0,50.

Mits naleving van alle andere wettelijke voorwaarden, kan werkgever A de vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing voor ploegenarbeid voor werknemer X in de maand februari N toepassen.

Nachtarbeid

Een onderneming waar nachtarbeid wordt verricht is een onderneming:

  • waar werknemers overeenkomstig het in de onderneming toepasselijke arbeidsreglement, prestaties verrichten tussen 20 uur en 6 uur,

  • met uitsluiting van de werknemers die enkel tussen 6 uur en 24 uur prestaties verrichten en de werknemers die gewoonlijk vanaf 5 uur beginnen te werken.

De werkgever dient vanaf 1 januari 2022 de 'één derde-norm' op uurbasis te berekenen, voor alle werknemers in nachtarbeid. De fiscale circulaire geeft onderstaand voorbeeld ter verduidelijking van de berekening van de 'één derde-norm' voor nachtarbeid.

Voorbeeld

Werkgever A voldoet aan alle voorwaarden om aanspraak te kunnen maken op de vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing voor nachtarbeid.

Werknemer X werkt voltijds bij werkgever A en zijn werkrooster voor de maand februari van het jaar N ziet er als volgt uit:

De 'één derde-norm' voor werknemer X voor de maand februari N is:

(11+11+11+11)/(38+38+38+38) = 44/152 = 0,29.

Werkgever A kan de vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing voor nachtarbeid voor werknemer X in de maand februari N niet toepassen.

Volcontinu arbeidssysteem

Om van een onderneming in volcontinu arbeidssysteem te kunnen spreken, moet het gaan om ondernemingen uit de profitsector die cumulatief aan volgende voorwaarden voldoen:

  • er wordt gewerkt in minstens vier ploegen van minstens twee werknemers die hetzelfde werk doen zowel qua inhoud als qua omvang,

  • er wordt een continue bezetting gedurende de week en het weekend gegarandeerd,

  • de ploegen volgen elkaar op zonder dat er een onderbreking is tussen de opeenvolgende ploegen en zonder dat de overlapping meer bedraagt dan een vierde van hun dagtaak;

  • waar de bedrijfstijd, zijnde de tijd dat het bedrijf functioneert, wekelijks minstens 160 uur bedraagt.

 

De verhoogde vrijstelling is enkel van toepassing voor ondernemingen die volledig werken in een volcontinu arbeidssysteem. Voor ondernemingen die gedeeltelijk werken in een volcontinu arbeidssysteem kan worden aanvaard dat de verhoogde gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van de BV wordt toegepast m.b.t. de werknemers die effectief in een vierploegenstelsel dat aan alle voorwaarden voor een volcontinu arbeidssysteem voldoet, tewerkgesteld zijn. Indien deze werknemers ook gedeeltelijk tewerkgesteld zijn in een ander ploegenstelsel, dan moet de BV die in aanmerking komt voor de verhoogde vrijstelling van doorstorting worden geprorateerd.

De werkgever dient vanaf 1 januari 2022 de 'één derde-norm' op uurbasis te berekenen, voor alle werknemers in volcontinuarbeid.

Hoogtechnologische producten

Een verhoging van de vrijstellingspercentages is voorzien voor de ondernemingen die hoogtechnologische producten produceren zoals bedoeld in art. 70, WIB 92, en voor zover het werknemers betreft die effectief aan de productie van zulke producten tewerkgesteld zijn.

De vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing wordt enkel toegekend voor werknemers in de mate dat zij effectief zijn tewerkgesteld aan de productie van de bedoelde producten.

Voor werknemers die eveneens worden tewerkgesteld aan de productie van andere producten wordt de verhoging pro rata beperkt tot de effectieve tewerkstelling aan de productie van de hoogtechnologische producten.

Voordeel

Het percentage van de vrijstelling van doorstorting bedraagt vanaf 1 januari 2016 22,80%.

Er is een verhoging voorzien van 2,2% voor ondernemingen die werken in een volcontinue arbeidssysteem en voor ondernemingen die die hoogtechnologische producten produceren. Voor hen bedraagt de vrijstelling bijgevolg 25%

Berekening

Het basisbedrag waarop de bedrijfsvoorheffing moet worden berekend is het bedrag van de bezoldigingen, inclusief de ploegenpremies.

Er wordt geen vrijstelling berekend op het vakantiegeld en de eindejaarspremie, noch op achterstallige bezoldigingen. 

De vrijstelling kan worden toegepast voor de werknemers die in deze arbeidsstelsels in overeenstemming met de voorwaarden, worden tewerkgesteld. De ondernemingen die erkend zijn voor uitzendarbeid die uitzendkrachten ter beschikking stellen in een systeem van ploegen- of nachtwerk kunnen eveneens de vrijstelling genieten mits het de ploegen- of nachtpremie zelf betaalt en bijgevolg ook schuldenaar is van de bedrijfsvoorheffing.

De berekening gebeurt vanaf 1 januari 2018 niet langer per werknemer. Dit houdt in dat de vrijstelling niet langer enkel wordt toegepast op de bezoldigingen van de betrokken werknemer. Het saldo van de niet benutte vermindering wordt overgedragen naar het niveau van de groep van de werknemers die in aanmerking komen voor de vrijstelling.

Bewijsstukken

De betrokken werkgevers moeten een nominatieve lijst ter beschikking houden van de administratie met daarin, voor elke werknemer, de volledige identiteit en de periode van het jaar gedurende dewelke die werknemer ploegenarbeid of nachtarbeid heeft verricht.

Wat doet PayCover VZW voor u?

Indien u meent aanspraak te kunnen maken op deze vrijstelling dient u dit te melden aan uw dossierbeheerder zodat deze het nodige kan doen. Indien u merkt dat de vrijstelling ten onrechte reeds wordt toegepast, moet u zeker met ons contact opnemen zodat wij dit voor u kunnen bekijken. 

[1] Artikel 275/5 WIB; Circulaire 2021/C/99 over de berekening van de ‘één derde-norm’; Commentaar artikel 275/8 WIB zoals gepubliceerd op FisconetPlus; Technische fiche ‘ploegen en nachtarbeid’ artikel 2755 WIB; FAQ- Nacht- en ploegenarbeid- Berekening van de “één derde- norm” 

An Wuytack