PC 100- Sectoraal akkoord 2021-2022
Binnen het aanvullend paritair comité voor de werklieden werd op 30 november 2021 een sectoraal akkoord gesloten voor de jaren 2021-2022. Dit akkoord dient verder te worden geconcretiseerd door de sociale partners in nog te sluiten collectieve arbeidsovereenkomsten.
Hieronder vindt u de volledige tekst van het protocol.
1. Koopkracht (in het kader van het KB van 30 juli 2021)
1.1 verhoging van de minimumuurlonen en van de effectieve uurlonen
- met 0,4%
- vanaf 1/12/2021
De verhoging van de effectieve uurlonen is niet van toepassing in de mate dat gelijkwaardige effectieve verhogingen van het loon/en of andere voordelen, aan dezelfde kost (bruto + patronale RSZ-bijdrage), in 2021-2022 op ondernemingsvlak worden toegekend, uitgezonderd bonussen in het kader van cao nr. 90, coronapremies en automatische verhogingen van het loon in toepassing van een collectief vastgestelde loonschaal op ondernemingsvlak. Het bedrag van de andere voordelen moet verifieerbaar zijn.
1.2 regeling voor de ondernemingen waarin geen regeling van loonindexering bestaat
Voor de arbeiders van de ondernemingen waar geen regeling van loonindexering bestaat en van wie het uurloon hoger is dan het minimumuurloon van de sector, wordt, naast de verhoging van het effectieve uurloon zoals voorzien in 1.1.:
het uurloon (referentie 31/12/2020) verhoogd met 2,85% op 1/1/2022 mits verrekening van effectieve verhogingen van het loon/en of andere voordelen die in 2021 op ondernemingsvlak werden of worden toegekend , aan dezelfde kost (bruto + patronale RSZ-bijdrage), uitgezonderd bonussen in het kader van cao nr. 90, coronapremies en automatische verhogingen van het loon in toepassing van een collectief vastgestelde loonschaal op ondernemingsvlak.
Het bedrag van de andere voordelen moet verifieerbaar zijn.
1.3 Coronapremie
Een eenmalige corona premie wordt toegekend in de vorm van consumptiecheques in ondernemingen die aan de volgende twee cumulatieve voorwaarden voldoen:
Zij hebben een positieve bedrijfswinst (code 9901) behaald in 2019 en 2020 (kalenderjaar).
Hun omzet (code 70), of brutomarge (code 9900) indien de omzet niet beschikbaar is, is met ten minste 5% gestegen in 2020 tegenover 2019 (kalenderjaar).
Indien de omzet (code 70), of de brutomarge (code 9900) indien de omzet niet beschikbaar is, met ten minste 5% is gestegen in 2020 ten opzichte van 2019, bedraagt de coronapremie 125 euro.
Indien de omzet (code 70), of de brutomarge (code 9900) indien de omzet niet beschikbaar is, met ten minste 10% is gestegen in 2020 ten opzichte van 2019, bedraagt de coronapremie 250 euro.
De stijging van omzet (code 70) of brutomarge (code 9900) dient op autonome wijze te zijn behaald (dus niet 'kunstmatig' door middel van een fusie/overname).
De premie wordt betaald aan de arbeiders die op 30/11/2021 in dienst zijn, a rato van de prestaties die tussen 01/12/2020 en 30/11/2021 zijn verricht en daarmee worden gelijkgesteld (overeenkomstig artikel 6 van de CAO van 20 oktober 2017 - koopkracht). De periodes van tijdelijke werkloosheid corona worden in deze premie eveneens gelijkgesteld met effectieve prestaties.
Voor deeltijdse arbeiders wordt de premie pro rata toegekend op basis van hun arbeidsregime op 30/11/2021.
Een coronapremie, toegekend op het niveau van de onderneming, wordt in mindering gebracht van de hoger vermelde bedragen.
Een schriftelijke communicatie zal door de werkgever worden gericht aan de syndicale delegatie of bij gebrek aan de werknemers omtrent de toekenning van de premie uiterlijk op 31/12/2021.
In het kader van de toekenning van een coronapremie, herinneren de sociale partners aan het belang van een gelijkwaardige benadering van alle werknemers binnen de onderneming.
2. Toeslag op economische werkloosheid
Met ingang van 1 juli 2022, heeft de arbeider die door de werkgever op tijdelijke werkloosheid wegens economische oorzaken wordt geplaatst, ten laste van deze laatste, recht op een dagvergoeding van 5 euro aanvullend op de uitkering tijdelijke werkloosheid, en dit voor maximum 20 werkloosheidsdagen (gerekend in vijfdagenweek) per kalenderjaar.
3. Eindeloopbaan (SWT-stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag)
3.1 SWT zware beroepen
SWT vanaf 60 jaar het kader van cao van de NAR (33 jaar beroepsloopbaan waarvan minstens 20 jaar in nachtarbeid of zwaar beroep) voor de periode 1/7/2021-30/6/2023 mits toetredingsakte en anciënniteit van 5 jaar in de onderneming.
3.2 SWT lange loopbaan
SWT vanaf 60 jaar in het kader van cao van de NAR voor lange loopbaan 40 jaar voor de periode 1/7/2021-30/6/2023 mits toetredingsakte en anciënniteit van 5 jaar in de onderneming.
4. Vrijstelling van de verplichting van aangepaste beschikbaarheid
De sector treedt ook toe tot de volgende collectieve arbeidsovereenkomsten met betrekking van de voorwaarden voor de toekenning van de vrijstelling van de verplichting van aangepaste beschikbaarheid:
CAO 153 van de NAR;
CAO 155 van de NAR.
5. Tijdskrediet
Landingsbanen : 1/5 eindeloopbaan vanaf 55 jaar en 1/2e eindeloopbaan vanaf 55 jaar in het kader van cao van de NAR ( lange loopbaan 35 jaar; zwaar beroep en 20 jaar nachtarbeid) voor periode 01/01/2021 tot 30/06/2023;
Bovenvermelde tijdskredieten in a. worden niet toegerekend op de drempel van 5% van gelijktijdige afwezigheden;
Verlenging tijdskrediet met motief (periode 1/1/2022-31/12/2023)
tijdskrediet met motief voor max. 24 maanden,
voor arbeiders met een anciënniteit van minstens 8 jaar in de onderneming tijdskrediet met motief voor max. 36 maanden (vorming) en max. 51 maanden (andere motieven)
Vlaamse aanmoedigingspremies: sectorakkoord vanaf 01/01/2022 tot 31/12/2023
6. Vorming en opleiding
Opleidingsdagen : in het kader van de interprofessionele doelstelling inzake opleiding zoals bepaald in de Wet werkbaar en wendbaar werk, hetgeen resulteert voor de periode 2021-2022 tot:
ondernemingen met minder dan 50 werknemers
ondernemingen met 1 tot 4 arbeiders: mogelijkheid om beroep te doen op open aanbod van Fonds vorming
ondernemingen met 5 tot 9 arbeiders: op ondernemingsvlak gemiddeld 2 dagen opleiding per VTE in periode 1/1/2021-31/12/2022
ondernemingen met 10 tot 19 arbeiders: op ondernemingsvlak gemiddeld 2,5 dagen opleiding per VTE in periode 1/1/2021-31/12/2022
ondernemingen met 20 en meer arbeiders: op ondernemingsvlak gemiddeld 5 dagen opleiding per VTE in periode 1/1/2021-31/12/2022
ondernemingen met 50 en meer werknemers: op ondernemingsvlak gemiddeld 5 dagen opleiding per VTE in periode 1/1/2021-31/12/2022
Overleg OR/Comité: verlenging van de afspraken 2017-2018, 2019-2020
Bijdrage van 0,10% risicogroepen: verlenging van de cao tot financiering van het Fonds voor vorming voor periode 01/01/2022-31/12/2023
7. Overuren - Verlenging bestaande afspraken
Verlenging bestaande afspraken voor de periode 1/1/2022-31/12/2023:
De interne grens van de arbeidsduur die moet worden nageleefd bedraagt 156 uren
het aantal overuren waarvan de werknemer kan afzien van inhaalrust bedraagt 143 uren
8. Nieuwe arbeidsregelingen - Verlenging bestaande afspraken
De beoordeling van dossiers zal op een positieve wijze gebeuren rekening houdend met de diversiteit van activiteiten uitgevoerd door de bedrijven.
9. Mobiliteit - Fietsvergoeding
Fietsvergoeding voor woon-werkverkeer van 20 cent/effectief afgelegde km. met een max. van 8 € (max. 40 km heen en terug) per arbeidsdag aan de regelmatige gebruiker van een fiets, vanaf 1/7/2022.
De modaliteiten van toekenning zijn te bepalen op ondernemingsvlak. De vergoeding is niet cumuleerbaar met andere tussenkomsten op het woon-werktraject, met uitzondering van de tussenkomst voor openbaar vervoer.
10. Syndicale delegatie
Vanaf 1 juli 2022 kan in een onderneming vanaf 50 werknemers waarvan 40 of meer arbeiders in dienst, een syndicale afvaardiging worden ingesteld indien minstens 25 % van de arbeiders is aangesloten bij een van de representatieve werknemersorganisaties, met een minimum van 17 gesyndiceerde arbeiders.
Het aantal effectieve en plaatsvervangende afgevaardigden bedraagt vanaf 1 juli 2022, in verhouding tot het aantal arbeiders in de onderneming:
voor 40 tot 75 arbeiders, 2 effectieve afgevaardigden + 1 plaatsvervangende afgevaardigde;
voor 75 tot 250 arbeiders: 3 effectieve afgevaardigden + 2 plaatsvervangende afgevaardigden
voor 251 tot 500 arbeiders: 4 effectieve afgevaardigden + 3 plaatsvervangende afgevaardigden
meer dan 500 arbeiders: 5 effectieve afgevaardigden + 4 plaatsvervangende afgevaardigden.
11. Jaarlijkse premie
Inzake de jaarlijkse premie komt vanaf 2022 en voor onbepaalde duur, voor het vervullen van de anciënniteitsvoorwaarde van tenminste zes maanden op het ogenblik van de betaling van de premie voor het openen van het recht op een jaarlijkse premie de periode van tewerkstelling als uitzendkracht in aanmerking voor zover de aanwerving volgt op de periode van uitzendarbeid en de functie uitgeoefend door de werknemer gelijkaardig is aan deze die als uitzendkracht werd uitgeoefend. Elke periode van inactiviteit van zeven dagen of minder geldt als een periode van tewerkstelling als uitzendkracht.
12. Werkbaar werk
Binnen het vormingsfonds OpFo100 wordt een éénmalig budget uitgetrokken om in 2022 een pilootproject 'Proefwerven Werkbaar Werk' te lanceren waaraan bedrijven uit de sector kunnen deelnemen. Het budget en de selectiecriteria worden in de 1e jaarhelft 2022 vastgelegd door het beheerscomité van OpFo100. De geselecteerde bedrijven krijgen een werkbaar-werk-budget om acties rond werkbaar werk uit te rollen op de werkvloer, naargelang de specifieke noden van het bedrijf. De bedoeling is om in een later stadium de goede praktijken van dit proefproject open te stellen naar alle bedrijven uit de sector door opleidingen rond werkbaar werk te laten subsidiëren via het sectorfonds.
13. Diversiteit
Het vormingsfonds OpFo100 werkt in 2022 een actieplan uit om de bedrijven en hun medewerkers in de sector te sensibiliseren met het oog op het tegengaan van de discriminatie en geweld, in het bijzonder tegenover LGBTQIA+, op de werkvloer. OpFo100 zet in op het verder ontwikkelen van een sterk vormingsaanbod ter zake.
14. Sociale vrede
De organisaties verbinden zich ertoe de sociale vrede te bewaren en zullen geen bijkomende eisen stellen op het niveau van het paritair comité en op het vlak van de onderneming voor de duur van dit akkoord.
15. Duur
Dit akkoord geldt voor de periode 1/1/2021 tot 31/12/2022, tenzij anders bepaald.