PC 109- Akkoord van sociale vrede 2021-2022
Op 16 november 2021 werd voor de werkgevers en arbeid(st)ers van de ondernemingen welke onder het paritair comité voor het kleding- en confectiebedrijf ressorteren, een akkoord gesloten voor 2021-2022. Gezien het belang voor uw onderneming geven we u de volledige tekst.
DUUR
Artikel 2
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2022, behalve de artikelen 10 tot en met 15 die lopen tot 30 juni 2023.
ARBEIDSVOORWAARDEN
Artikel 3 - Brutolonen
Vanaf 1 januari 2022 worden de effectieve en baremieke brutolonen verhoogd met 0,4%. Deze 0,4% brutoloonsverhoging kan op alternatieve wijze ingevuld worden mits akkoord op ondernemingsvlak, waar er overlegorganen zijn, ten laatste op 31.12.2021.
De collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 2021 houdende verlenging tot 31 december 2021 van de bepalingen van de CAO betreffende de arbeidsvoorwaarden (registratienummer 166447CO/109) zal hieraan aangepast worden.
Artikel 4 - Coronapremie
Overeenkomstig artikel 19 quinquies van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders wordt een coronapremie van 200 EUR sectoraal toegekend volgens onderstaande modaliteiten:
Pro rata toekenning volgens tewerkstellingsbreuk
De berekening gebeurt pro rata de geleverde prestaties binnen de referteperiode van 01.11.2020 t.e.m. 31.10.2021
Schorsingen worden gelijkgesteld met effectieve prestaties met uitzondering van perioden van arbeidsongeschiktheid die de eerste drie maanden arbeidsongeschiktheid overschrijden (te rekenen vanaf de eerste dag gewaarborgd loon), voltijds tijdskrediet en voltijds thematisch verlof
Uitgereikt door de werkgever ten laatste op 31.12.2021. De totale kost (sociale lasten inbegrepen) kan gerecupereerd worden via het Sociaal Waarborgfonds van de sector.
Artikel 5
In artikel 7 van de CAO betreffende de arbeidsvoorwaarden van 28 juni 2021 worden volgende wijzigingen aangebracht:
6 maanden wordt 3 maanden
3 maanden wordt 1,5 maanden
MOBILITEIT
Artikel 6
Vanaf 1 januari 2022 wordt de fietsvergoeding verhoogd van 0,10 euro tot 0,12 euro per kilometer voor de afstand, heen en terug, woon-werkverkeer, onverminderd gunstigere regelingen op ondernemingsvlak.
De collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2019 betreffende de vervoerskosten (registratienummer 153298/CO/109) zal hieraan aangepast worden.
Waar er reeds een fietsvergoeding bestaat van minstens voormeld bedrag moet door die ondernemingen geen compenserend voordeel toegekend worden.
TIJDELIJKE WERKLOOSHEID
Artikel 7
Vanaf 1 januari 2022 worden de opleg door de werkgevers en de tussenkomst door het Sociaal Waarborgfonds bij tijdelijke werkloosheid verhoogd van 4 euro naar 5 euro voor de eerste 35 dagen tijdelijke werkloosheid van een kalenderjaar en van 3 euro naar 4 euro voor de daaropvolgende 35 dagen tijdelijke werkloosheid van dat kalenderjaar.
De collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2019 betreffende een supplement bij tijdelijke werkloosheid (registratienummer: 153299/CO/109) zal hieraan aangepast worden.
De sociale partners verbinden zich tot een bespreking van een verdere verhoging in het kader van een evaluatie van de middelen van de fonds.
Artikel 8
Bovenop de werkloosheidsuitkeringen wegens schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst omwille van overmacht corona wordt gedurende de eerste drie kwartalen van 2021 een toeslag van 2 euro per dag werkloosheid overmacht corona toegekend door de werkgever ten laatste op de loonbrief van december 2021. De werkgever kan de betaalde toeslagen recupereren bij het Sociaal Waarborgfonds.
VORMING EN OPLEIDING
Artikel 9
De collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 2021 betreffende vorming en tewerkstelling (registratienummer 166448/CO/109) wordt verlengd tot 31 december 2022 en aangepast aan de wet van 5 maart 2017 betreffende werkbaar en wendbaar werk.
Er was reeds voorzien in een sectorale opleidingsinspanning gelijkwaardig aan 2 dagen gemiddeld per jaar per voltijds equivalent. De sociale partners voorzien in het volgende groeipad om het aantal opleidingsdagen te verhogen om aldus bij te dragen tot de interprofessionele doelstelling:
2019 - 2021: verhoging van de voornoemde opleidingsinspanning tot 2,2 dagen.
2022: verhoging van de voornoemde opleidingsinspanning tot 2,5 dagen.
Deze verlenging houdt onder meer in het verderzetten van de opleidingsinspanningen begeleid door het Instituut voor Vorming en Onderzoek in de Confectie (IVOC) en bijzondere aandacht voor jongeren en risicogroepen.
WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG
Artikel 10
De collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2019 betreffende werkloosheid met bedrijfstoeslag vanaf 62 jaar (registratienummer 153302/CO/109) zal worden verlengd tot 30 juni 2023.
Artikel 11
De collectieve arbeidsovereenkomst van 27 september 2019 betreffende het werkloosheid met bedrijfstoeslag vanaf 59 jaar na 40 jaar beroepsverleden voor de periode 2021/2022 (registratienummer 154931/CO/109) zal worden verlengd tot 30 juni 2023 met dien verstande dat de minimumleeftijd op 60 jaar wordt gebracht vanaf 1 juli 2021.
Artikel 12
De collectieve arbeidsovereenkomst van 27 september 2019 betreffende het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag voor werknemers die worden ontslagen en die op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst 59 jaar of ouder zijn, een beroepsverleden van 35 jaar hebben en gewerkt in een zwaar beroep (registratienummer 154932/CO/109) wordt verlengd tot 30 juni 2023 met dien verstande dat de minimumleeftijd op 60 jaar wordt gebracht vanaf 1 juli 2021.
Artikel 13
De collectieve arbeidsovereenkomst van 27 september 2019 betreffende het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag voor werknemers die worden ontslagen en die op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst 59 jaar of ouder zijn, een beroepsverleden van 33 jaar hebben en 20 jaar nachtprestaties (registratienummer 154933//CO/109) wordt verlengd tot 30 juni 2023 met dien verstaande dat de minimumleeftijd op 60 jaar wordt gebracht vanaf 1 juli 2021.
Artikel 14
De sector zal eveneens collectieve arbeidsovereenkomsten afsluiten in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomsten 153 en 155 van de Nationale Arbeidsraad.
LANDINGSBANEN EN VLAAMSE AANMOEDIGINGSPREMIE
Artikel 15
De sectorale collectieve arbeidsovereenkomst van 27 oktober 2021 betreffende landingsbanen (registratienummer 168102/CO/109) zal worden verlengd tot 30 juni 2023 overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomsten 156 en 157 van de Nationale Arbeidsraad.
Artikel 16
De sector tekent verder in op het stelsel van de Vlaamse aanmoedigingspremies, bedoeld in Hoofdstuk III van het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2002.
FLEXIBILITEIT
Artikel 17
Tijdens de duurtijd van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt er geen sectorale uitbreiding van de flexibiliteitsregelingen voorzien. Op ondernemingsvlak moet constructief overleg kunnen gevoerd worden over maatregelen inzake arbeidsorganisatie die wenselijk zijn voor de onderneming. Dit overleg zal verlopen volgens de wettelijke procedure.
ANCIENNITEITSVERLOF
Artikel 18
Voor het bepalen van de 15 jaar sectoranciënniteit overeenkomstig de CAO van 3 december 2019 (registratienummer 156933/CO/109) betreffende het anciënniteitsverlof tellen periodes van uitzendarbeid aansluitend en onmiddellijk voorafgaand aan een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur mee.
De CAO van 3 december 2019 (registratienummer 156933/CO/109) betreffende het anciënniteitsverlof zal hieraan worden aangepast.
WERKBAAR WERK
Artikel 19
Binnen IVOC worden de werkzaamheden rond het thema werkbaar werk verdergezet. In het bijzonder zullen op basis van de inventarisering van “best practices” concrete maatregelen worden uitgewerkt op het vlak van werkbaar werk en de CAO nr. 104.
Artikel 20
Een paritaire werkgroep onderzoekt de actualisatie van bepaalde cao's, in het bijzonder:
de CAO van 7 mei 1976 betreffende statuut syndicale afvaardiging
de CAO van 29 augustus 2017 betreffende de werkzekerheid, de invoering van nieuwe technologieën en de tewerkstelling
de CAO van 13 mei 1997 betreffende de betaling van een aanvullende vergoeding aan het dubbel vakantiegeld
de CAO van 26 juni 2019 betreffende vervoerskosten
de CAO van 3 december 2019 betreffende anciënniteitsverlof
Artikel 21
De CAO van 19 januari 2012 (registratienummer 108613/CO/109) houdende toekenning van maaltijdcheques wordt aangevuld met de bepalingen over maaltijdcheques die zijn opgenomen in de CAO van 28 juni 2021 betreffende de arbeidsvoorwaarden (registratienummer 166447/CO/109).
Artikel 22
De sociale partners onderschrijven het belang van due diligence ofwel ketenzorg en bevelen de bedrijven aan hun maatschappelijke verantwoordelijkheid op te nemen voor het respecteren van de mensenrechten in de gehele toeleveringsketen. In het bijzonder wordt opgeroepen aandacht te besteden aan waardige arbeidsomstandigheden en eerlijke loon- en arbeidsvoorwaarden.
AANBEVELING
Artikel 23
De sociale partners komen overeen om de aanbeveling van 26 juni 2019 betreffende de starterslonen verder te zetten voor de duurtijd van het akkoord.
SOCIALE VREDE
Artikel 24
Tijdens de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst waarborgen de ondertekenende partijen de inachtneming van de sociale vrede, hetgeen het volgende inhoudt:
alle bepalingen betreffende de lonen en arbeidsvoorwaarden worden stipt nageleefd en kunnen niet in betwisting worden gebracht door de werknemers- of de werkgeversorganisaties, noch door de arbeid(st)ers of de werkgevers;
de werknemersorganisaties en de arbeid(st)ers verbinden er zich toe geen eisen te stellen op nationaal noch op gewestelijk vlak, noch op dat van de onderneming aangezien alle individuele normatieve bepalingen geregeld zijn door onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst.