PC 140.03- CAO’s in uitvoering van het protocolakkoord 2021-2022

In het paritair comité van 21 oktober 2021 werden een aantal collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in uitvoering van het protocolakkoord 2021-2022.

Toekenning van een éénmalige coronapremie

Er wordt een eenmalige coronapremie onder de vorm van papieren of elektronische consumptiecheques ten belope van € 250 toegekend aan werknemers die op 30 november 2021 in de onderneming in dienst zijn en die in de periode van 1 maart 2020 tot en met 31 mei 2021 minimaal 175 effectief gewerkte dagen tijdens deze referteperiode hebben gepresteerd.

Voor deeltijdse werknemers wordt de coronapremie pro rata toegekend, het te behalen aantal effectief gewerkte dagen wordt eveneens prorata berekend.

Werkgevers die reeds een coronapremie of een gelijkwaardige premie in het kader van corona toekenden in 2021 kunnen deze voor wat betreft de netto waarde verrekenen indien reeds een hogere of gelijkwaardige coronapremie of ander voordeel werd toegekend. Werkgevers die minder dan € 250 toekenden, vullen aan tot € 250, rekening houdend met bovenstaande voorwaarden.

Voor de consumptiecheques geldt bovendien dat:

  • Deze niet mogen worden toegekend ter vervanging van of als omzetting van loon, premies, voordelen in natura of andere voordelen, al dan niet onderworpen aan socialezekerheidsbijdragen.

  • De papieren of elektronische cheques kunnen niet geheel of gedeeltelijk voor geld ingewisseld worden.

  • De cheques worden uitgereikt op naam van de werknemer.

  • De consumptiecheques moeten tussen 1 augustus 2021 en 31 december 2021 gegeven worden door de onderneming.

  • Ze blijven geldig tot 31 december 2022.

De individuele rekening van de werknemer zal de waarde van de coronapremie vermelden.

Eventuele gunstiger regelingen op niveau van de onderneming blijven verder van toepassing.

Uw dossierbeheerder zal u contacteren om na te vragen bij welke leverancier u de bestelling wenst te plaatsen (Monizze, Edenred, Sodexo).

Toekenning van een eenmalige geschenkcheque

Aan de arbeiders en arbeidsters die op 31 december 2021 ononderbroken zes maanden loon genieten in de onderneming wordt al naargelang de keuze van de werkgever, een éénmalig geschenk in speciën (via overschrijving) of in de vorm van betaalbons, geschenkcheques genaamd, ter waarde van € 40 toegekend en dit ter gelegenheid van nieuwjaar.

Voor de geschenkcheques geldt bovendien dat ze:

  • enkel mogen worden ingeruild bij ondernemingen die daarover vooraf een akkoord hebben gesloten met de uitgevers van die cheques;

  • een beperkte looptijd moeten hebben;

  • noch geheel, noch gedeeltelijk, in speciën mogen worden uitbetaald aan de begunstigde.

De individuele rekening van de werknemer zal de waarde van het geschenk in speciën of de geschenkcheques vermelden.

Eventuele gunstiger regelingen op niveau van de onderneming blijven verder van toepassing.

Toekenning van een ander voordeel

Ondernemingen die reeds voor het maximale bedrag geschenkcheques toekennen of niet de mogelijkheid hebben het totale voorziene bedrag toe te kennen, dienen aan de werknemers (voor het saldo) een ander voordeel toe te kennen.

De keuze van het ander voordeel ligt uitsluitend bij de werkgever.

De onderneming kan aan de arbeiders en arbeidsters die op 31 december 2021 ononderbroken zes maanden loon genieten in de onderneming, ecocheques, sport- of cultuurcheques of eender welk ander gelijkwaardig voordeel toekennen ter waarde van € 40, of het saldo van het bedrag na toekenning van de geschenkcheque zodat een totaal bedrag van bijkomend € 40 wordt gewaarborgd in 2021.

De toepasselijkheid van nieuwe arbeidsregelingen op arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur

Het is de ondernemingen toegestaan om op ondernemingsvlak op arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur de afwijkende arbeidsregimes in te voeren zoals bedoeld in de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de toepassing van nieuwe arbeidsregelingen voor het rijdend personeel en/of voor het niet rijdend personeel tewerkgesteld en/of elke andere sectorale collectieve arbeidsovereenkomst in uitvoering van de wetgeving op de nieuwe arbeidsregelingen.

De invoering dient te gebeuren conform de regels voorzien in voornoemde collectieve arbeidsovereenkomsten.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst werd gesloten voor onbepaalde duur.

Het recht op tijdskrediet met motief en landingsbanen

Tijdskrediet met motief

De werknemers hebben een bijkomend recht op voltijds tijdskrediet of op halftijdse of 1/5de loopbaanvermindering  tot maximaal 36 maanden voor het volgen van een opleiding.

De werknemers hebben een bijkomend recht op voltijds tijdskrediet of op halftijdse of 1/5de loopbaanvermindering tot maximaal 51 maanden voor het verlenen van zorgen, met name :

  • om te zorgen voor hun kind tot de leeftijd van 8 jaar;

  • om palliatieve verzorging te verlenen;

  • voor het verlenen van bijstand of verzorging aan een zwaar ziek gezins- of familielid;

  • om zorg te dragen voor hun kind met een handicap tot de leeftijd van 21 jaar;

  • om bijstand of verzorging te verlenen aan een eigen minderjarig zwaar ziek kind of aan een minderjarig zwaar ziek kind dat gezinslid is.

De perioden van voltijds tijdskrediet, halftijdse of 1/5de loopbaanvermindering met motief, mogen samen niet meer dan  51 maanden bedragen.

Landingsbanen

Leeftijdsgrenzen voor het recht op een landingsbaan vanaf 50 jaar omwille van  lange loopbaan (28 jaar beroepsverleden) en zwaar beroep (zware arbeidsregelingen)

Voor de voltijdse werknemers die hun arbeidsprestaties verminderen ten belope van een dag of twee halve dagen per week, wordt de leeftijd voor het recht op de landingsbaan op 50 jaar gebracht:

  • indien zij een beroepsloopbaan van tenminste 28 jaar kunnen bewijzen;

  • indien zij voorafgaand aan de landingsbaan actief zijn geweest in een zwaar beroep gedurende minstens 5 jaar in de voorafgaande 10 jaar of gedurende minstens 7 jaar in de voorafgaande 15 jaar.

Voor de arbeiders die hun arbeidsprestaties verminderen tot een halftijdse betrekking, wordt de leeftijd voor het recht op de landingsbaan op 50 jaar gebracht, indien zij voorafgaand aan de landingsbaan actief zijn geweest in een zwaar beroep gedurende minstens 5 jaar in de voorafgaande 10 jaar of gedurende minstens 7 jaar in de voorafgaande 15 jaar. Dit zwaar beroep moet voorkomen op de lijst van de beroepen waarvoor een significant tekort aan arbeidskrachten bestaat.

Leeftijdsgrenzen voor een landingsbaan lange loopbaan en zwaar beroep met uitkering

De leeftijdgrens voor een landingsbaan met uitkering wordt op 55 jaar gebracht voor werknemers die hun arbeidsprestaties verminderen tot een halftijdse betrekking of met een vijfde.

Dit kan enkel indien deze werknemers op het ogenblik van de schriftelijke kennisgeving van de loopbaanvermindering aan de werkgever:

  • ofwel 35 jaar beroepsverleden als loontrekkende kunnen rechtvaardigen;

  • ofwel voorafgaand aan de landingsbaan minstens 5 jaar tijdens de laatste 10 jaar (gerekend van datum tot datum) tewerkgesteld zijn in een zwaar beroep;

  • ofwel voorafgaand aan de landingsbaan minstens 7 jaar tijdens de laatste 15 jaar (gerekend van datum tot datum) tewerkgesteld zijn in een zwaar beroep;

  • ofwel minimaal 20 jaar gewerkt hebben in een arbeidsregime met nachtprestaties.

Vlaamse aanmoedigingspremies

De sociale partners voorzien in de toepassing van de aanmoedigingspremie in het kader van het opleidingskrediet, zorgkrediet en ondernemingen in moeilijkheden of in herstructurering.

Voor alles wat in onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst niet uitdrukkelijk geregeld wordt, zijn de CAO nr. 103 en de hiermee samenhangende vigerende reglementeringen van toepassing.

Stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag

Toekenningsvoorwaarden

De bedrijfstoeslag ingevoerd in het kader van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 wordt toegekend aan werknemers die worden ontslagen, behalve om dringende redenen, en die voldoen aan de hieronder vermelde voorwaarden.

De werknemer moet worden ontslagen tijdens de duur van een geldige collectieve arbeidsovereenkomst. De werknemer wiens opzegtermijn verstrijkt na de geldigheidsduur van deze collectieve arbeidsovereenkomst, behoudt het recht op de bedrijfstoeslag.

Bovendien moet de werknemer de anciënniteitsvoorwaarde uiterlijk bereikt hebben op het einde van zijn arbeidsovereenkomst.

SWT op 62 jaar

De leeftijdsvoorwaarde is 62 jaar en dient te worden bereikt tijdens de geldigheidsduur van deze overeenkomst en op het ogenblik van het einde van de arbeidsovereenkomst.

De beroepsloopbaanvereiste bedraagt 40 jaar voor de mannelijke werknemers en voor de vrouwelijke werknemers 37 jaar vanaf 1 januari 2021, 38 jaar vanaf 1 januari 2022 en 39 jaar vanaf 1 januari 2023. Zij moet bereikt zijn uiterlijk op het einde van de arbeidsovereenkomst.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2021 en is geldig tot 30 juni 2023.

SWT op 60 jaar met lange loopbaan

De leeftijdsvoorwaarde is 60 jaar en dient te worden bereikt tijdens de geldigheidsduur van deze overeenkomst en op het ogenblik van het einde van de arbeidsovereenkomst.

De beroepsloopbaanvereiste is 40 jaar en moet uiterlijk op het einde van de arbeidsovereenkomst worden bereikt.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2021 en is geldig tot 30 juni 2023.

SWT vanaf 60 jaar na 20 jaar nachtarbeid of zwaar beroep en mits loopbaan van 33 jaar

De leeftijdsvoorwaarde is 60 jaar en dient te worden bereikt tijdens de geldigheidsduur van deze overeenkomst en op het ogenblik van het einde van de arbeidsovereenkomst.

De beroepsloopbaanvereiste bedraagt 33 jaar en moet uiterlijk bereikt zijn op het einde van de arbeidsovereenkomst.

Bovendien moeten de werknemers:

  • hetzij minimaal 20 jaar hebben gewerkt in een arbeidsregeling met nachtprestaties;

  • hetzij gewerkt hebben in een zwaar beroep[1] :

    o   1° gedurende minstens 5 jaar, gerekend van datum tot datum, in de loop van de laatste 10 kalenderjaren, gerekend van datum tot datum, voor het einde van de arbeidsovereenkomst; of

    o   2° gedurende minstens 7 jaar, gerekend van datum tot datum, in de loop van de laatste 15 kalenderjaren, gerekend van datum tot datum, vóór het einde van de arbeidsovereenkomst.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2021 en is geldig tot 30 juni 2023.

SWT op 60 jaar met 35 jaar in een zwaar beroep

De leeftijdsvoorwaarde is 60 jaar en dient te worden bereikt tijdens de geldigheidsduur van deze overeenkomst en op het ogenblik van het einde van de arbeidsovereenkomst.

De beroepsloopbaanvereiste is 35 jaar voor een werknemer tewerkgesteld als loontrekkende in een zwaar beroep1 en moet uiterlijk op het einde van de arbeidsovereenkomst worden bereikt.

Van deze 35 jaar moeten :

  • ofwel minstens 5 jaar, gerekend van datum tot datum, een zwaar beroep behelzen. Deze periode van 5 jaar moet gelegen zijn in de loop van de laatste 10 kalenderjaren, gerekend van datum tot datum, vóór het einde van de arbeidsovereenkomst;

  • ofwel minstens 7 jaar, gerekend van datum tot datum, een zwaar beroep behelzen. Deze periode van 7 jaar moet gelegen zijn in de loop van de laatste 15 kalenderjaren, gerekend van datum tot datum, vóór het einde van de arbeidsovereenkomst.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2021 en is geldig tot 30 juni 2023.

De bedrijfstoeslag

De bedrijfstoeslag wordt toegekend overeenkomstig de bepalingen van cao nr. 17.

De bedrijfstoeslag is ten laste van het Sociaal Fonds Transport en Logistiek (SFTL) en is gelijk aan de helft van het verschil tussen het netto-refertemaandloon en de werkloosheidsuitkering

Het netto-refertemaandloon wordt in verschillende stappen berekend:

Berekening van het bruto refertedagloon

Het bruto refertedagloon wordt bekomen door de bruto lonen voor effectieve prestaties van de laatste 12 maanden voorafgaand aan de effectieve uitdienstdatum te delen door het aantal dagen met effectieve prestaties in deze referteperiode.

In geval de werknemer gedurende heel de periode van 12 maanden voorafgaand aan de effectieve uitdienstdatum, arbeidsongeschikt was, wordt het bruto refertedagloon berekend door het brutobedrag van de verbrekingsvergoeding te delen door het overeenstemmende aantal dagen.

In geval van onvolledig gewerkte dagen bij deeltijds tijdskrediet of deeltijdse tewerkstelling (maar gelijkge-steld met een voltijdse tewerkstelling voor de werkloosheid), is het bruto refertedagloon gelijk aan de som van alle bruto loonelementen gedeeld door het resultaat van de volgende bewerking:

(∑ aantal effectieve arbeidsdagen/ aantal arbeidsdagen per week) vermenigvuldigd met (tewerkstellingsbreuk x aantal dagen van het dagenstelsel)

Berekening van het bruto refertemaandloon

Het bruto refertedagloon wordt in het  5 dagenstelsel vermenigvuldigd met 65/3 en in het zesdagenstelsel met 78/3. Zo bekomt men het bruto refertemaandloon.

In geval van tijdskrediet of van thematisch verlof zal voor de berekening van het bruto refertemaandloon rekening gehouden worden met het dagenstelsel waarin de werknemer voordien werkte.

Het begrensd bruto refertemaandloon wordt verminderd met de persoonlijke RSZ-bijdragen na verrekening van de eventuele werkbonus, alsook met de normale bedrijfsvoorheffing na verrekening van de eventuele verminderingen op de bedrijfsvoorheffing.

Het netto refertemaandloon dat zo wordt berekend, wordt op de euro naar boven afgerond.

Terugbetaling van de bruto bedrijfstoeslag

De werkgever kan terugbetaling bekomen van de bedrijfstoeslag van het SFTL mits hij:

  • sedert minstens 1 jaar voorafgaand aan de effectieve uitdienstdatum behoort tot de RSZ-categorie 083;

  • en behoort tot de RSZ-categorie 083 gedurende de periodes waarvoor hij bedrijfstoeslag terugvordert van het SFTL.

Het SFTL kan voor de uitvoering hiervan beschikken over een bijdrage van 0,15 %  die inbegrepen is in de patronale bijdrage. De praktische modaliteiten voor de uitbetaling van de aanvullende vergoeding van de werkloosheid met bedrijfstoeslag worden uitgewerkt door de Raad van Beheer van het SFTL.

De bedrijfstoeslag wordt maandelijks betaald, tenzij de partijen een kortere betalingstermijn overeenkomen, en dit tot aan de pensioengerechtigde leeftijd. Het recht op de bedrijfstoeslag blijft ten laste van het SFTL in geval van werkhervatting als werknemer of als zelfstandige.

De bedrijfstoeslag wordt geïndexeerd volgens de bepalingen van cao nr. 17.

Vervanging van de werkloze met bedrijfstoeslag

Indien de werkloze met bedrijfstoeslag op het einde van de arbeidsovereenkomst geen 62 jaar oud is, moet de werkgever hem/haar gedurende 36 maanden vervangen door een volledig uitkeringsgerechtigde werkloze of gelijkgestelde.

Aangepaste beschikbaarheid

Tijdens de periode van 1 juli 2021 tot 31 december 2024, kunnen de arbeiders voor zover ze voldoen aan de voorwaarden, vragen vrijgesteld te worden van de verplichting van aangepaste beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt, op voorwaarde dat:

  • ze uiterlijk op 31 december 2023 en gedurende de geldigheidstermijn van deze overeenkomst, ontslagen worden;

  • ze uiterlijk op 31 december 2023 en op het einde van de arbeidsovereenkomst, de leeftijd van 60 jaar of meer, hebben bereikt.

In casu betreft dit oudere arbeiders die worden ontslagen in het raam van een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag, die 20 jaar hebben gewerkt in een stelsel van nachtarbeid, die in een zwaar beroep tewerkgesteld werden, of een lange loopbaan hebben.

Op het ogenblik van hun aanvraag tot vrijstelling van aangepaste beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt moeten deze werknemers :

1.    ofwel de leeftijd van 62 jaar hebben bereikt;

2.    ofwel 42 jaar beroepsverleden kunnen aantonen.

Bijdrage sociaal fonds transport en logistiek

De bijdrage voor het sociaal fonds transport en logistiek[2] wordt gedurende het volledige jaar 2022 vastgesteld op 7,85 % van de lonen aangegeven aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid aan 108%.


[1] Wordt als "zwaar beroep" beschouwd:

1° het werk in wisselende ploegen, meer bepaald de ploegenarbeid in minstens twee ploegen van minstens twee werknemers, die hetzelfde werk doen, zowel qua inhoud als qua omvang en die elkaar in de loop van de dag opvolgen zonder dat er een onderbreking is tussen de opeenvolgende ploegen en zonder dat de overlapping meer bedraagt dan één vierde van hun dagtaak, op voorwaarde dat de werknemer van ploegen alterneert;

2° het werk in onderbroken diensten waarbij de werknemer permanent werkt in dagprestaties waarvan de begintijd en de eindtijd minimum 11 uur uit elkaar liggen met een onderbreking van minstens 3 uur en minimumprestaties van 7 uur. Onder "permanent" verstaat men dat de onderbroken dienst de gewone arbeidsregeling van de werknemer vormt en dat hij niet occasioneel in een dergelijke dienst wordt tewerkgesteld;

3° het werk in een arbeidsregime met nachtprestaties zoals bedoeld in artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46.

[2] Zoals bepaald in de cao van 15 september 2011.

An Wuytack