Uitkeringen na terugkeer buitenlandse reis- Tijdelijke werkloosheid - Verlenging doelgroepvermindering eerste aanwerving
Recht op uitkeringen na terugkeer buitenlandse reis?
Naar aanleiding van de kerstvakantie herhalen we de bepalingen die van toepassing zijn na een verplichte quarantaine die het gevolg is van een buitenlandse reis.
Als de quarantaine het gevolg is van een reis naar een EU+ zone die bij vertrek rood is of een reis buiten de EU+ zone, dan is er geen recht op uitkeringen tijdelijke werkloosheid aangezien dat géén situatie van overmacht is. In die gevallen is er ofwel een reisverbod, ofwel weet men op voorhand dat men in quarantaine zal moeten (reisverbod of niet). De quarantaine is het gevolg van een vrije keuze van de werknemer. Dit geldt ook voor de landen waarvoor vanaf 25 september 2020 geen reisverbod meer geldt maar enkel een negatief reisadvies.
De RVA zal controles uitvoeren en zal de tijdelijke werkloosheid weigeren of achteraf terugvorderen indien de voorwaarden niet vervuld zijn (bv. wanneer er een reisverbod of een negatief reisadvies is bij vertrek).
Tijdelijke werkloosheid: oktober 2020 tem maart 2021
Indien tijdelijke werkloosheid mogelijk is, zal naar gelang van het geval overmacht of economische redenen kunnen worden ingeroepen. Wij verwijzen hiervoor naar onze eerdere nota’s.
Tot 31 augustus 2020 en opnieuw vanaf 1 oktober 2020 tot en met 31 maart 2021 kan alle tijdelijke werloosheid die het gevolg is van corona aangegeven worden als tijdelijke werloosheid overmacht corona, ook indien het strikt genomen gaat om economische werkloosheid en indien er nog bepaalde dagen per week gewerkt kan worden.
Bij tijdelijke werkloosheid omwille van corona geldt een vereenvoudigde procedure: de werkgever moet geen mededeling van de tijdelijke werkloosheid doen aan de RVA. Het volstaat dat hij de tijdelijke werkloosheid op het einde van de maand in de ASR scenario 5 opgeeft als tijdelijke werkloosheid overmacht corona.
Een werkgever kan er in die gevallen voor opteren om ofwel overmacht in te roepen (met een vereenvoudigde procedure), ofwel (verder) beroep te doen op economische redenen (mits de bestaande procedures verder toe te passen). Met andere woorden: de werkgever heeft de keuze.
In de periode van 1 september tot en met 30 september was tijdelijke werkloosheid overmacht als gevolg van de coronapandemie enkel mogelijk voor sectoren en ondernemingen die uitzonderlijk hard getroffen zijn door de crisis. Voor de sectoren of ondernemingen die niet uitzonderlijk hard getroffen zijn door de coronacrisis golden in de periode van 1 september tot en met 30 september de gewone procedures voor het invoeren van tijdelijke werkloosheid wegens economische redenen.
Voor andere schorsingsgronden (slecht weer, technische storing, collectief verlof, staking/lock-out of overmacht om een andere reden dan corona) blijven de gewone procedures van mededeling van de tijdelijke werkloosheid van toepassing.
Coronawerkloosheid, nieuwe aanwervingen en uitbesteding van werk
We brengen in herinnering dat indien de werkgever zich beroept op tijdelijke werkloosheid corona, mag hij het werk dat normaal door de werknemer wordt uitgevoerd, niet uitbesteden aan derden (bijvoorbeeld uitzendkrachten) of laten uitvoeren door studenten. Het is zonder belang of hij de arbeidsovereenkomst schorst om economische redenen, dan wel omwille van overmacht.
Er mag ook geen werknemer worden aangeworven voor de uitvoering van hetzelfde werk als de vaste werknemer die tijdelijk werkloos wordt gesteld. Indien er geen gebrek aan werk of onmogelijkheid om de arbeidsovereenkomst uit te voeren meer is, moet de vaste werknemer zijn normale arbeidsregeling terug hervatten.
Uitbreiding studentenarbeid 4-2020 en 1-2021
Om het mogelijk te maken jobstudenten in te zetten om de door de coronacrisis verhoogde werkdruk in bepaalde sectoren tegen te gaan, werd beslist om de uren die een student presteert in de zorgsector of in het onderwijs, tijdens het 4de kwartaal 2020 en het 1ste kwartaal 2021 niet mee te laten tellen voor het contingent van 475 uren per jaar (dus voor respectievelijk 2020 en 2021).
In tegenstelling tot de gelijkaardige maatregel die werd genomen in het 2e kwartaal is deze niet voor alle studenten van toepassing maar enkel voor de studenten in de zorgsector.
Bijkomende RVA-premie voor langdurig tijdelijk werklozen
Werknemers die in de periode van maart 2020 tot en met november 2020 in totaal minstens 53 uitkeringen als tijdelijk werkloze wegens overmacht of wegens economische redenen hebben ontvangen, hebben recht op deze premie.
Deze premie bedraagt 10 euro per uitkering, met een minimum van 150 euro. Voor vrijwillig deeltijdse werknemers die halve uitkeringen ontvangen, bedraagt de premie 5 euro per halve uitkering, met een minimum van 75 euro.
De premie wordt automatisch betaald door de uitbetalingsinstelling. De werknemer hoeft zelf niets te ondernemen.
Verlenging doelgroepverminderingen eerste aanwerving
De Ministerraad is principieel akkoord met een ontwerp van koninklijk besluit om het systeem van de bijdragevermindering eerste aanwervingen zoals nu toegepast, verder te zetten.
Voor een 1ste werknemer aangeworven vóór 1 januari 2021, kan een vermindering G7 onbeperkt in tijd worden toegekend (vermindering van het saldo van de verschuldigde basisbijdragen na de eventuele sociale maribel aftrek en na toepassing van de structurele vermindering). Deze periode van indienstnames met verhoogde bijdragevermindering loopt af op 31 december 2020 maar zal dus verlengd worden, zodat ook voor indienstnames van een 1ste werknemer na 31 december 2020 dezelfde toepassingsmodaliteiten blijven gelden (vermindering G7 onbeperkt in tijd).
Meer uitleg volgt later wanneer de definitieve versie van het Koninklijk Besluit vaststaat.