Startersjobs voor jongeren

In 2018 werden de startersjobs gelanceerd om de aanwerving van laaggeschoolde jongeren zonder werkervaring voor de werkgevers aantrekkelijker te maken. Onder bepaalde voorwaarden kan de werkgever met een dergelijke startersjob, een 18, 19 of 20 jarige jongere zonder werkervaring een verlaagd bruto loon betalen. Bovenop dit verlaagd loon dient door de werkgever een compenserende toeslag te worden betaald.

Eén en ander bleek evenwel onuitvoerbaar. Met publicatie van de sociale bepalingen van de jobdeal werden de nodige verduidelijkingen gepubliceerd. Vanaf 1 maart 2019 kunnen jonge werknemers zonder werkervaring die aan alle voorwaarden voldoen, tewerkgesteld worden met een startersloon. .

De aanwerving van jongeren zonder werkervaring

De regeling kan enkel worden toegepast voor jongeren zonder werkervaring. Hiervoor wordt gekeken naar de omvang van de arbeidsprestaties in een referteperiode van 4 kwartalen voor de aanvang van de tewerkstelling. De jongere zal niet meer in aanmerking komen als hij gedurende twee van de vier kwartalen een totale tewerkstelling heeft gehad die groter is dan het equivalent van 4/5 van een voltijdse tewerkstelling.

De jongere moet zich voor zijn aanwerving hebben ingeschreven als werkzoekende.

!!! Op het ogenblik dat de werkgever de Dimona voor de desbetreffende werknemer doet, zal er een expliciete bevestiging volgen van het feit of de werknemer beschouwd kan worden als ‘nieuwe werknemer zonder werkervaring’.

De jongere dient bovendien te worden aangeworven met minstens een halftijdse overeenkomst. Deze overeenkomst dient verplicht te vermelden dat de werkgever het normaal toepasselijk minimumloon vermindert in toepassing van de bepalingen inzake starterslonen. Bovendien zal de werkgever voor elke maand waarin hij het loon vermindert, een compenserende netto toeslag betalen.

Praktisch:

De overeenkomst vermeldt aldus het normale toepasselijk minimumloon

En

Een verplichte vermelding. Een voorbeeld van een dergelijke vermelding: “De werkgever zal het toepasselijke minimumloon verminderen in toepassing van de wettelijke bepalingen inzake de starterslonen. De werknemer zal voor elke maand dat het loon wordt verminderd, van de werkgever een compenserende netto toeslag ontvangen.”

Hou er rekening mee dat de jongere tewerkgesteld in een startersjob gedurende de eerste 12 maanden met behoud van loon afwezig mag zijn om in te gaan op werkaanbiedingen en de arbeidsovereenkomst mag beëindigen met een opzeggingstermijn van 7 dagen.

De regeling kan bovendien enkel worden toegepast voor werkgevers uit de private sector die

  • Jongeren betalen aan het minimumloon

  • Op voorwaarde dat er geen sectoraal minimumloon is voorzien voor de tewerkstelling van jongeren ( het eventueel nog bestaan van studentenlonen vormt geen hinderpaal)

Het verlaagd bruto uurloon

Het bruto loon ligt respectievelijk

  • 18% (tot en met de maand waarin de jongere 19 jaar wordt);

  • 12% (tot en met de maand waarin de jongere 20 jaar wordt) of

  • 6% (tot en met de maand waarin de jongere 21 jaar wordt)

lager dan het sectoraal minimumloon of het GMMI.

De wetgeving bepaalt duidelijk welke looncomponenten verminderd mogen worden. Daarnaast behoudt de jongeren zonder vermindering recht op de loontoeslagen voor overuren, maaltijd- en ecocheques, verplaatsingsvergoeding, geschenken…

Voor de desbetreffende jongeren is het mogelijk om een verlaagd startersloon toe te kennen, maar het is geen verplichting.

Noteer nog dat de werkgever aan de werknemer vanaf de leeftijd van 21 jaar sowieso minstens het gewone minimumloon dient te betalen.

Compenserende toeslag

Er dient een compenserende toeslag te worden betaald door de werkgever. Deze bestaat uit het verschil tussen het nettoloon berekend op basis van de verminderde brutoloon en het nettoloon berekend op basis van het niet verminderde brutoloon. 

Voor arbeiders geldt een verhoogde toeslag (omdat de compenserende toeslag door de werkgever niet wordt toegekend op het vakantiegeld dat door de vakantiekas wordt betaald).

Deze toeslag is vrij van socialezekerheidsbijdragen en niet belastbaar  De werkgever kan bovendien deze toeslag recupereren via een vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing. 

Vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing

Teneinde tussen te komen in de kost van de door de werkgever betaalde compenserende toeslagen, werd een nieuwe vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing in het leven geroepen. De werkgever mag het bedrag van de compenserende toeslagen die hij heeft betaald, in mindering brengen van de verschuldigde bedrijfsvoorheffing van de betrokken maand. Een eventueel saldo mag overgedragen worden naar de volgende maand(en) die tot hetzelfde kalenderjaar behoren.

De compenserende toeslagen die in mindering gebracht zijn van de verschuldigde bedrijfsvoorheffing zijn voor de werkgever niet aftrekbaar als beroepskost. In het uitzonderlijke geval dat een gedeelte van de uitgekeerde netto toeslagen niet verrekend kan worden met de verschuldigde bedrijfsvoorheffing, wordt dat gedeelte fiscaal wél aftrekbaar.

 

Bron: Wet van 7 april 2019 betreffende de sociale bepalingen van de jobdeal, B.S. 19/04/2019; K.B. tot wijziging van artikel 51 en 52bis van het KB van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering

An Wuytack