Provisie vakantiegeld 2019
FOD FIN maakte de bedragen bekend van de voorzieningen voor vakantiegeld 2019 die in de balansen op 31 december 2018 worden geboekt en die als beroepskosten kunnen worden aanvaard.
In 2019 kunnen de volgende bedragen als beroepskosten worden aanvaard in de mate dat zij niet meer bedragen dan:
18,20 % van de vaste en veranderlijke bezoldigingen die in 2018 zijn toegekend aan bedienden die het voordeel van de wetgeving betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers genieten, verminderd met het aanvullend vakantiegeld dat in 2018 is toegekend[1]. Er moet enkel rekening worden gehouden met de normale en periodieke bezoldigingen, met uitsluiting van het vakantiegeld en de eindejaarspremie.
10,27 % van 108/100 van de lonen die in 2018 zijn toegekend aan arbeiders en leerlingen die het voordeel van dezelfde wetgeving genieten.
[1] Het betreft het vakantiegeld voor de dagen aanvullende vakantie (Europavakantie) voor de bedienden die bij aanvang of hervatting van de activiteit geen recht hadden op gewone vakantie.