Sociale verkiezingen - de referteperiode voor de telling van de uitzendkrachten is begonnen!

In 2020 is het weer zover. Tal van ondernemingen zullen sociale verkiezingen moeten organiseren. De verkiezingen zullen plaatsvinden tussen 11 en 24 mei 2020. Afhankelijk van de gekozen verkiezingsdatum, neemt de procedure voor de sociale verkiezingen een aanvang in december 2019. De procedure duurt immers 150 dagen. 

Een ondernemingsraad moet worden opgericht in ondernemingen die gewoonlijk gemiddeld honderd werknemers tewerkstellen.[1] Een comité voor preventie en bescherming op het werk moet worden opgericht in ondernemingen die gewoonlijk gemiddeld ten minste vijftig werknemers tewerkstellen.

De berekening van de drempel en de referteperiode

Welke ondernemingen sociale verkiezingen dienen te organiseren, hangt af van het gemiddelde van de in de onderneming tewerkgestelde werknemers.

 Werknemers zijn personen tewerkgesteld krachtens een arbeidsovereenkomst of leerovereenkomst. Werknemers tewerkgesteld met een vervangingsovereenkomst ter vervanging van een vaste werknemer wiens arbeidsovereenkomst is geschorst[2] en uitzendkrachten (zie infra), worden uitgesloten.

Het gemiddelde van de in de onderneming tewerkgestelde werknemers wordt berekend door het aantal kalenderdagen dat de werknemer is aangegeven in Dimona gedurende de referteperiode, te delen door 365.

De referteperiode voor de sociale verkiezingen wordt gewijzigd naar 1 oktober 2018 tot en met 30 september 2019.

Wanneer het werkelijke uurrooster van een werknemer niet drie vierden bereikt van het voltijdse  uurrooster in de onderneming, dan wordt het totaal aantal kalenderdagen gedeeld door twee.

Vb. Een werknemer in dienst met een voltijdse arbeidsovereenkomst, en dus ingeschreven in Dimona  van 1 oktober 2018 tot en met 30 september 2019 telt mee voor 365/365 of 1. Indien deze werknemer een halftijdse (~arbeidsduur 19/38) overeenkomst zou hebben, dan telt hij mee voor 365/365*1/2 of 0.5.

Vb. Een werknemer in dienst met een voltijdse arbeidsovereenkomst van 1 april 2019 tot 25 mei  2019, telt mee voor 55/365 of 0.15. 

Uitzendkrachten

Er dient eveneens rekening te worden gehouden met de uitzendkrachten tewerkgesteld in het tweede  kwartaal 2019. Hiervoor dient de werkgever een register bij te houden.

Het gemiddelde van de uitzendkrachten die ter beschikking worden gesteld van een gebruiker, wordt berekend door het totaal aantal kalenderdagen, dat elke uitzendkracht- die geen vaste werknemer waarvan de uitvoering van de arbeidsovereenkomst is geschorst, vervangt- werd ingeschreven in het register der uitzendkrachten, te delen door eenennegentig.

Vb. een uitzendkracht, met een voltijdse tewerkstelling (die geen vaste werknemer vervangt wiens arbeidsovereenkomst is geschorst) die in het register vermeld is van 1 april 2019 tot 30 juni 2019 telt mee voor 91/91 of 1.

Vb. een uitzendkracht, met een voltijdse tewerkstelling (die geen vaste werknemer vervangt wiens arbeidsovereenkomst is geschorst) die in het register vermeld is van 1 april tot 16 april 2019 telt mee voor 16/91=0.17.

Wanneer het werkelijk uurrooster van een uitzendkracht niet drie vierden bereikt van het voltijdse uurrooster in de onderneming, wordt het totaal aantal kalenderdagen waarop hij in het register werd ingeschreven, gedeeld door twee.

Vb. een uitzendkracht, met een tewerkstelling van 21/38 ( die geen vaste werknemer vervangt wiens arbeidsovereenkomst is geschorst) die in het register vermeld is van 1 april 2019 tot 30 juni 2019 telt mee voor 91/91* 1/2=0.5

De gebruiker moet hiertoe in het 2e kwartaal van 2019 een register bijhouden waarin een aantal gegevens betreffende de uitzendkrachten, worden opgenomen.[3] Deze verplichting geldt voor alle werkgevers, ongeacht hun grootte en ongeacht het feit of zij verkiezingen zullen moeten organiseren. Mits unaniem akkoord van de ondernemingsraad zou er voor ondernemingen met meer dan 100 werknemer een vrijstelling kunnen gelden om het register bij te houden.

Iedere uitzendkracht krijgt in het register een nummer toegewezen volgens een doorlopende nummering, in de chronologische volgorde van zijn terbeschikkingstelling bij de gebruiker.

De bijlage vermeldt voor elke uitzendkracht :

  1.     het nummer van inschrijving;

  2.     de naam en de voornaam;

  3.     het begin van het ter beschikking stellen;

  4.     het einde van het ter beschikking stellen;

  5.     het uitzendbureau dat hem tewerkstelt;

  6.     zijn wekelijkse arbeidsduur.

Meer weten? Lees dan ook onze infoflash “Sociale verkiezingen- Blik vooruit!” of neem contact op met onze diensten.

[1] Hetzelfde geldt voor de ondernemingen waar bij de vorige verkiezingen een raad werd opgericht of had moeten worden opgericht, voor zover zij gewoonlijk gemiddeld ten minste vijftig werknemers tewerkstellen. In dit geval dient evenwel niet overgegaan te worden tot de verkiezing van de leden van de raad. De mandaten van de personeelsafgevaardigden worden uitgeoefend door de verkozen in het comité.

[2] De persoon waarvan de arbeidsovereenkomst geschorst is en die vervangen wordt, moet wel meegeteld worden.

[3] Deze bijlage wordt bijgehouden overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk II, artikel 4, en van hoofdstuk III van het koninklijk besluit van 8 augustus 1980 betreffende het bijhouden van sociale documenten.

 

An Wuytack