Tewerkstelling van buitenlandse werknemers
Personen die niet over de Belgische nationaliteit beschikken dienen in principe een geldige arbeidskaart te hebben om te mogen werken in België. De arbeidskaart dient voorafgaandelijk aan de tewerkstelling te worden verkregen door de bevoegde overheid. Op basis van deze arbeidskaart kan de vreemdeling dan een visum (voor zijn verblijf in België) aanvragen.
Teneinde na te gaan welke formaliteiten desgevallend in orde gebracht moeten worden dient dus naar de nationaliteit gekeken te worden, en niet naar het land dat eventueel verblijfsdocumenten heeft afgeleverd aan de buitenlandse onderdaan.
Wanneer een werkgever een buitenlandse werknemer wenst in dienst te nemen, dan geldt als algemeen principe dat vooraf een arbeidsvergunning bekomen moet worden. In geen geval mag de tewerkstelling worden aangevat voor de arbeidsvergunning effectief werd toegekend. Het indienen van een aanvraag creëert geen enkel recht om de betrokken werknemer al tewerk te stellen.
Als werkgever bent u vrijgesteld van deze verplichting indien de betrokken werknemer behoort tot één van de vrijgestelde categorieën, of in het bezit is van een geldige arbeidskaart A of C. In deze gevallen mag de betrokken buitenlandse onderdaan onmiddellijk in dienst genomen worden en tewerkgesteld worden zolang hij aan de voorwaarden voldoet of over een geldige arbeidskaart beschikt.
In alle andere gevallen moet vooraf een arbeidsvergunning worden aanvraagt en effectief worden bekomen.
Rekening houdende met het feit dat er zware sancties staan op het tewerkstellen van buitenlanders zonder de nodige formaliteiten na te komen, doet u er goed aan altijd de nodige verificaties te doen voor u over gaat tot tewerkstelling.
Deze materie werd geregionaliseerd. Dit heeft tot gevolg dat er verschillen zijn naargelang de plaats van tewerkstelling.
Vrijstellingen
Indien de betrokken persoon een vrijstelling van arbeidskaart heeft, dan houdt dit in dat noch de werkgever, noch de werknemer enige bijkomende administratieve formaliteit moet vervullen.
In een aantal situaties is er geen arbeidskaart nodig. Hiervoor dienen steeds 2 cumulatieve voorwaarden te zijn vervuld:
1/ de buitenlandse onderdaan moet behoren tot één van de categorieën van personen die vrijgesteld zijn van het bekomen van een arbeidskaart EN
2/ deze persoon moet in principe wettig in België verbljven.
De wetgeving voorziet in een aantal categorieën van personen/ onderdanen die vrijgesteld zijn van het bekomen van een arbeidskaart.[1] We halen hier een aantal belangrijke, en veel “voorkomende” categorieën aan:
- de onderdaan van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte evenals de onderdaan van de Zwitserse Bondsstaat;
- de buitenlandse onderdaan die in het bezit is van een " verblijfskaart van een familielid van een burger van de Unie (F kaart);
- de buitenlandse onderdaan die in het bezit is van een " duurzame verblijfskaart van een familielid van een burger van de Unie (F+ kaart);
- de buitenlandse onderdaan die het voordeel inroept van een recht op verblijf op grond van artikel 40bis of van artikel 40ter van de wet van 15 december 1980, die in het bezit is, gedurende de periode van onderzoek van de aanvraag tot erkenning van het recht op verblijf, van een document overeenkomstig het model van bijlage 19ter van het Koninklijk Besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen evenals een geldig attest van immatriculatie of van een geldig tijdelijk bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister;
- de buitenlandse onderdaan die het voordeel inroept van een recht op verblijf op grond van artikel 40bis of van artikel 40ter van de wet van 15 december 1980, die gedurende het beroep ingediend bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen houder is van een geldig document overeenkomstig het model van bijlage 35 van het Koninklijk Besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen;
- de buitenlandse onderdanen die in het bezit zijn van een vestigingsvergunning;
- de buitenlandse onderdanen die gemachtigd of toegelaten werden om onbeperkt te verblijven met toepassing van de wet van 15 december 1980 of van de wet van 22 december 1999 betreffende de regularisatie van het verblijf van bepaalde categorieën van vreemdelingen verblijvend op het grondgebied van het Rijk, behalve de personen bedoeld in artikel 9, eerste lid, 16° en 17 - de in België erkende vluchteling; het rijdend of varend personeel dat voor rekening van een in het buitenland gevestigde werkgever tewerkgesteld is aan werken van vervoer te land, ter zee of in de lucht, op voorwaarde dat hun verblijf in België geen drie opeenvolgende maanden overschrijdt;
- de werknemers, die geen onderdaan zijn van een Lidstaat van de Europese Economische Ruimte, die tewerkgesteld zijn door een in een Lidstaat van de Europese Economische Ruimte gevestigde onderneming die zich naar België begeeft voor het verrichten van diensten op voorwaarde dat :
a) deze werknemers, in de Lidstaat van de Europese Economische Ruimte waar zij verblijven, beschikken over een recht op verblijf of een verblijfsvergunning van meer dan drie maanden;
b) deze werknemers op wettige wijze in de Lidstaat waar zij verblijven tewerkgesteld zijn en deze vergunning ten minste geldig is voor de duur van het in België uit te voeren werk;
c) deze werknemers in het bezit zijn van een regelmatige arbeidsovereenkomst;
- de personen die een machtiging tot verblijf hebben om studies te volgen in België in een onderwijsinrichting in België, uitsluitend voor de arbeidsprestaties tijdens de schoolvakanties;
- de studenten die verplichte stages verrichten in België ten behoeve van hun in België of in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte verrichte studies of in de Zwitserse Bondsstaat;
- de buitenlandse onderdanen die houder zijn van een Europese blauwe kaart uitgereikt door de Dienst Vreemdelingenzaken
- …
Het behoort tot de verantwoordelijkheid van de werkgever om na te gaan of de beoogde tewerkstelling voldoet aan de voorwaarden die gelden voor één van de vrijgestelde categorieën. Is dit het geval, dan kan hij de buitenlandse werknemer onmiddellijk in dienst nemen zoals om het even welke Belgische werknemer.
De arbeidskaart A
Indien een persoon beschikt over een geldige arbeidskaart A, dan hoef je als werkgever niets te ondernemen. U kan de werknemer onmiddellijk in dienst nemen. Wel dient u te blijven opvolgen of de werknemer de arbeidskaart tijdig hernieuwt.
Een arbeidskaart A geldt voor alle in loondienst uitgeoefende beroepen, bij “alle” werkgevers. Ze wordt toegekend aan buitenlandse onderdanen die, over een maximale periode van tien jaar wettig en ononderbroken verblijf onmiddellijk voorafgaand aan de aanvraag, bewijst dat hij vier jaar arbeid met een arbeidskaart B heeft verricht.
De aanvraag dient te gebeuren door de werknemer zelf via een modelformulier dat door de gewestelijke diensten voor arbeidsbemiddeling wordt ter beschikking gesteld. De aanvraag moet ingediend worden bij de Dienst Migratie, het FOREM- of het Arbeitsambt-kantoor dat bevoegd is voor de verblijfplaats van de werknemer. Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest dient de indiening rechtstreeks bij het Ministerie te gebeuren.
De arbeidskaart B en de arbeidsvergunning
De arbeidskaart B laat enkel de tewerkstelling toe bij één werkgever ( degene die de arbeidsvergunning heeft aangevraagd). Ze is maximaal 12 maanden geldig.
Het principe dat je maar mag over gaan tot tewerkstelling van een buitenlandse werknemer nadat je vooraf een arbeidsvergunning hebt bekomen, krijgt hier volop uitwerking. In geen geval mag de tewerkstelling worden aangevat vooraleer de arbeidsvergunning effectief werd toegekend.
Algemene principes voor het bekomen van een arbeidskaart B
De algemene voorwaarden om en een arbeidsvergunning en een arbeidskaart B te kunnen verkrijgen zijn:
1. Op de arbeidsmarkt mogen geen kandidaten beschikbaar zijn die deze betrekking op korte termijn kunnen invullen;
2.De arbeidsvergunning mag in principe enkel worden toegekend voor werknemers die onderdaan zijn van landen waarmee België internationale overeenkomsten inzake tewerkstelling heeft afgesloten. Het betreft: Algerije, Bosnië-Herzegovina, Kosovo, Kroatië, Macedonië, Marokko, Montenegro, Servië, Tunesië en Turkije.
3. Er dient een getekende arbeidsovereenkomst aan het aanvraagdossier te worden toegevoegd die is opgemaakt volgens een verplicht model ( waarin een aantal bijzondere bepalingen zijn voorzien).
4.Bij een eerste tewerkstelling in België dient in het aanvraagdossier een recent geneeskundig getuigschrift te worden gevoegd waaruit de arbeidsgeschiktheid van de werknemer blijkt.
5.De betrokken werknemer moet zich in principe nog in het buitenland bevinden.
Deze voorwaarden (uitgezonderd de arbeidsbekwaamheid) gelden niet voor aanvragen die betrekking hebben op de tewerkstelling van werknemers die behoren tot één van de bijzondere categorieën (zoals hooggeschoolden, leidinggevenden, betaalde sportbeoefenaars, enz…).
De arbeidskaart B voor knelpuntberoepen
Er is een speciale procedure voor de onderdanen van een staat die geen deel uitmaakt van de Europese Economische Ruimte, die de verblijfsstatus van langdurig ingezeten onderdaan in een andere EU lidstaat van de Europese Unie verkregen hebben op basis van de Richtlijn 2003/109/EG die in België willen komen werken.
Het betreft hier de zogenaamde “derdelanders” (onderdanen die dus niet de nationaliteit hebben van één van de landen van de Europese Economische Ruimte) die omwille van hun langdurig verblijf in één bepaalde lidstaat, de specifieke status van langdurig ingezetene in die staat hebben verkregen.
Opgelet: het feit dat een zogenaamde “derdelander” gedurende langere tijd in een andere lidstaat verblijft en/of werkt, en in dit land beschikt over een bepaald langdurig of zelfs permanent recht op verblijf of tewerkstelling, betekent niet noodzakelijk dat deze persoon ook het specifieke aparte statuut van langdurig ingezetene heeft verkregen.
Opgelet: het feit dat een zogenaamde “derdelander” in een andere EU lidstaat mag werken en verblijven impliceert niet dat hij in België mag werken en verblijven.
De arbeidskaart C
De arbeidskaart C geldt voor alle in loondienst uitgeoefende beroepen, bij “alle” werkgevers. Ze wordt toegekend aan bepaalde categorieën buitenlandse onderdanen die slechts over een beperkt of onzeker verblijfsrecht in België beschikken (bv. studenten, kandidaat-vluchtelingen, ...). De kaart wordt toegekend voor een bepaalde duur van maximaal 12 maanden.
Het visum
Onderdanen van alle landen buiten de Europese Unie, IJsland, Monaco, Noorwegen, Liechtenstein en Zwitserland die langer dan drie maanden in België willen blijven, zijn onderworpen aan de visumplicht. Ze moeten voorafgaandelijk en uitdrukkelijk een visum aanvragen en hebben gekregen in de vorm van een bijzonder soort visum (de machtiging voor voorlopig verblijf): het Schengen-visum type D.
De aanvraag moet gebeuren bij de Belgische diplomatieke of consulaire posten in het land waar de visumaanvrager woont.
De vreemdeling die naar België wil komen om er te werken dient in het bezit te zijn van een reisdocument (paspoort) dat minstens een jaar geldig is, een recent bewijs van goed zedelijk gedrag over de laatste vijf jaar, een geneeskundig getuigschrift te verkrijgen bij een door de ambassade erkende geneesheer en een arbeidsvergunning. Die arbeidsvergunning moet aangevraagd worden door een Belgische werkgever en wordt afgeleverd samen met de arbeidskaart B. Bovendien moet de aanvraag tijdig worden ingediend om een eventueel onderzoek door de Dienst Vreemdelingenzaken mogelijk te maken.
Wanneer het visum toegekend is en de vreemdeling in België aankomt, dient hij zich bij het gemeentebestuur van zijn verblijfplaats te melden om zijn verblijf in België verder te regulariseren.
De bevoegde diensten
Dienst Economische Migratie Provincie Antwerpen
Lange Kievitstraat 111-113 bus 21
2018 Antwerpen
Tel: 03 224 95 05
E-mail: arbeidskaart.antwerpen@vlaanderen.be
Dienst Economische Migratie Provincies Oost- en West-Vlaanderen
Koningin Maria Hendrikaplein 70 bus 60
9000 Gent
Tel. 09 276 18 50
E-mail: arbeidskaart.gent@vlaanderen.be
Dienst Economische Migratie Provincies Vlaams-Brabant en Limburg
Diestsepoort 6 bus 62
3000 Leuven
Tel: 016 66 62 10
E-mail: arbeidskaart.leuven@vlaanderen.be
Bevoegde dienst in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Directie Werkgelegenheidsbeleid en Meerwaardeneconomie
Kruidtuinlaan 20, 1035 Brussel
Tel: 02 204 13 99
Bevoegde dienst in het Waalse Gewest:
Département de l’Emploi et de la Formation professionnelle
Direction générale opérationnelle Economie, Emploi et Recherche
Service Public de Wallonie
Place de la Wallonie, 1, Bât. II
B-5100 NAMUR
Tel. : 081/33.31.11.
E-mail: emploi@spw.wallonie.be
Bevoegde dienst bij de Duitstalige Gemeenschap:
Ministerium der Deutschsprachigen Gemeinschaft
Abteilung Ausbildung
Beschäftigung und Europäische Programme
Gospertstrasse, 1
4700 EUPEN
Tel 087/59 64 86
E-mail : elfriede.lenz@dgov.be
[1] K.B. van 9 juni 1999 betreffende de tewerksteling van buitenlandse werknemers, B.S. 26 juni 1999