Werkverlating- Verstrenging sancties werkloosheid
Een werknemer die zonder wettige reden een passende dienstbetrekking verlaat, kan tijdelijk uitgesloten worden van het recht op werkloosheidsuitkeringen.
Zo is er sprake van werkverlating indien:
- de werknemer zelf ontslag neemt;
- de arbeidsovereenkomst in onderling akkoord wordt beëindigd;
- er uit de ongewettigde afwezigheid van de werknemer de wil kon worden afgeleid de arbeidsovereenkomst te beëindigen.
De werknemer kan uitgesloten worden van het recht op uitkeringen gedurende minstens 4 en maximaal 52 weken.
Bij herhaling of indien de werkverlating plaatsvond met als opzet uitkeringen aan te vragen, verliest de werknemer het recht op uitkeringen. Om opnieuw aanspraak te kunnen maken op het recht op uitkeringen zal hij opnieuw aan de algemene toelaatbaarheidsvoorwaarden moeten voldoen of de wachttijd moeten doorlopen.
Er is evenwel een uitzondering voorzien (voor de tijdelijke uitsluiting van het recht op uitkeringen) indien de werknemer een nieuwe dienstbetrekking heeft uitgeoefend gedurende minstens 13 weken vóór de uitkeringsaanvraag. Deze periode van 4 weken (zoals van toepassing tot 18/02/2018) werd opgetrokken tot 13 weken.
De werkhervatting van minstens 13 weken mag onderbroken zijn. Bovendien moeten de 13 weken niet bij dezelfde werkgever worden gepresteerd.