Vrijstelling bedrijfsvoorheffing woon-werkverkeer 2025

De werkgever is verplicht om op basis van de toepasselijke sectorale verplichtingen tussen te komen in de kosten die een werknemer maakt om zich naar het werk te verplaatsen. In bepaalde gevallen kan hier echter een fiscale vrijstelling worden toegepast. De bedragen van deze vrijstelling wijzigen jaarlijks. Ontdek hieronder welke vrijstellingen er in dit kader gelden anno 2025.

Tussenkomst in het woon-werk verkeer van de werknemers

Indien de werknemer op eigen kracht naar het werk komt (en dus niet beschikt over een vervoermiddel dat ter beschikking gesteld wordt door de werkgever) dan kan men, afhankelijk van de toepasselijke sectorale bepalingen, aanspraak maken op een tussenkomst in de verplaatsingskost ten laste van de werkgever.

Het bedrag van de tussenkomst verschilt naargelang de aard van het gebruikte vervoermiddel en de afstand woon- werk. Hiervoor dient u de werknemer een verklaring op eer laten invullen.

Deze tussenkomst in de verplaatsingskosten is vrijgesteld van sociale bijdragen.

In principe is de tussenkomst in hoofde van de werknemer een belastbaar inkomen. Dit houdt in dat het bedrag van de tussenkomst normaal gezien bij het inkomen geteld dient te worden en dat er rekening mee gehouden moet worden voor de berekening van de bedrijfsvoorheffing. Indien de werknemer aan de werkgever schriftelijk bevestigd dat hij gebruik zal maken van het systeem van forfaitaire beroepskosten bij zijn jaarlijkse aangifte in de personenbelasting, dan moet de werkgever rekening houden met een fiscale vrijstelling.

Fiscale vrijstelling

De maximale fiscale vrijstelling wordt in 2025 (inkomsten 2025, aanslagjaar 2026) als volgt vorm gegeven:

• Gemeenschappelijk openbaar vervoer : Het bedrag van de vergoeding, voor zover betaling of terugbetaling van kosten voor woonwerkverplaatsing.

• Gemeenschappelijk vervoer georganiseerd door de werkgever : Bedrag beperkt tot de prijs van een treinabonnement eerste klasse voor de afstand.

• Fiets : De tussenkomst is vrijgesteld ten belope van een maximum van 0,36 EUR /km. Opgelet, sinds 2024 werd er een plafond ingesteld voor deze fiscale vrijstelling. Dit bedrag van 3.500 EUR is voor het jaar 2025 geïndexeerd naar 3.610 EUR.

• Ander vervoermiddel : 500 EUR per jaar (of 41,70 EUR per maand).

 Indien de werknemer gebruik maakt van een combinatie van verschillende vervoersbewijzen, dan moet de vrijgestelde vergoeding voor elke vervoerswijze apart bekeken worden.

De tussenkomst in het woon- werkverkeer wordt afzonderlijk vermeld op de fiche 281.10.

Wij vestigen er uw aandacht op dat u over de verklaring op eer dient te beschikken om de vrijstelling van bedrijfsvoorheffing toe te mogen passen.