Strengere regels voor opeenvolgende arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur en vervangingsovereenkomsten

De wet van 20 maart 2023 tot wijziging van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten met het oog op de beperking van de duur van opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor een bepaalde tijd en vervangingsovereenkomsten werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad en trad in werking op 8 mei 2023.

Opeenvolging van verschillende arbeidsovereenkomsten

Nieuw artikel 11 quater AOW

De arbeidsovereenkomstenwet voorzag wel in regels voor opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde duur of opeenvolgende vervangingsovereenkomsten, maar niet voor een combinatie van de twee soorten overeenkomsten. Voordien kon een werkgever (een) arbeidsovereenkomst(en) van bepaalde duur of bepaald werk afwisselen met (een) vervangingsovereenkomst(en) en dit zonder enige beperking in tijd. De nieuwe wet voegt nu een artikel 11quater toe aan de arbeidsovereenkomstenwet van 3 juli 1978.

Dit artikel stelt dat de totale duur van de opeenvolging van één of meerdere arbeidsovereenkomsten voor bepaalde duur of voor een duidelijk omschreven werk en één of meerdere vervangingsovereenkomsten niet langer mag zijn dan twee jaar.

Regels opeenvolgende arbeidsovereenkomsten bepaalde tijd of voor duidelijk omschreven werk

Wanneer de werkgever verscheidene opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor een bepaalde tijd of voor een duidelijk omschreven werk heeft gesloten zonder dat er een onderbreking is, toe te schrijven aan de werknemer, worden zij verondersteld een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd te hebben aangegaan.

Dit is niet zo wanneer de werkgever het bewijs levert dat deze arbeidsovereenkomsten gerechtvaardigd waren wegens de aard van het werk (bv. seizoensarbeid) of wegens een andere wettige reden. Bij betwisting komt het aan de bevoegde rechter toe om te oordelen of deze gronden gerechtvaardigd zijn.

Daarnaast zijn er nog twee mogelijkheden om rechtmatig opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor een bepaalde tijd af te sluiten:

• Opeenvolgende arbeidsovereenkomsten met een duur van maximum twee jaar:

De werkgever en de werknemer kunnen maximum vier opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor een bepaalde tijd sluiten, voor zover de duur van elk van deze overeenkomsten niet minder dan drie maanden bedraagt en de totale duur van deze overeenkomsten twee jaar niet overschrijdt.

• Opeenvolgende arbeidsovereenkomsten met een duur van maximum drie jaar:

Mits voorafgaande toestemming van de Algemene Directie Toezicht op de Sociale Wetten kunnen opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor een bepaalde tijd worden gesloten met telkens een minimale duur van zes maanden, op voorwaarde dat de totale duur van deze overeenkomsten drie jaar niet overschrijdt.

Regels opeenvolgende arbeidsovereenkomsten vervanging

De werkgever kan ook vervangingsovereenkomsten sluiten, echter mag de duur ervan niet langer zijn dan twee jaar. Dezelfde duur is ook van toepassing wanneer deze vervangingsovereenkomsten elkaar opvolgen.

Het is echter ook hier mogelijk om de maximale duurtijd van twee jaar te overschrijden:

• Wanneer er een onderbreking toe te schrijven is aan de werknemer, begint een nieuwe termijn van twee jaren te lopen na deze onderbreking.

• Wanneer de vervangingsovereenkomst werd gesloten om een werknemer in loopbaanonderbreking of tijdskrediet te vervangen.

Nieuwe regels opeenvolgende arbeidsovereenkomsten bepaalde duur en vervangingsovereenkomsten

Zoals al meegedeeld, was er een leemte in de wetgeving die ervoor zorgde dat er geen maximale duur van toepassing was wanneer de werkgever opeenvolgende arbeidsovereenkomsten van bepaalde tijd en vervangingsovereenkomsten sloot.

De wet stelt nu dat de totale duur van opeenvolging van dergelijke contracten maximaal twee jaar mag bedragen.

Opnieuw zijn er hier enkele uitzonderingen:

• De maximumduur van twee jaar geldt niet wanneer de onderbreking tussen de verschillende arbeidsovereenkomsten toe te schrijven is aan de werknemer. De teller wordt dan opnieuw op nul gezet.

• Daarnaast wordt éénmalig de vervangingsovereenkomst die volgt op een of meerdere opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd of welomschreven werk niet meegerekend in de maximumduur van twee jaar op voorwaarde dat de:

o Opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd of welomschreven werk gerechtvaardigd worden door de aard van het werk of andere wettige redenen;

o Tenslotte mag de duur van deze overeenkomsten niet langer zijn dan drie jaar.

Gevolgen voor de werkgever

De opeenvolging van één of meerdere arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd of welomschreven werk en één of meer vervangingsovereenkomsten wordt beperkt tot maximum twee jaar. Overschrijdt je deze termijn, dan gelden de regels van arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd.

Om te weten of je deze termijn overschrijdt moet je de arbeidsovereenkomsten die gesloten zijn voor 8 mei 2023 en gevolgd worden door een arbeidsovereenkomst meetellen in je berekening.

Voorbeeld

Er zijn vier opeenvolgende overeenkomsten afgesloten met de werknemer:

1. Arbeidsovereenkomst bepaalde tijd (01.01.2023 tot 28.02.2023)

2. Arbeidsovereenkomst bepaalde tijd (01.03.2023 tot 31.05.2023)

3. Vervangingsovereenkomst wegens tijdskrediet (01.06.2023 tot 31.05.2024)

4. Arbeidsovereenkomst bepaalde tijd (01.06.2024 tot 30.11.2025)

De werkgever toont alvast aan dat een wettige reden aan de basis ligt van de opeenvolgende overeenkomsten voor bepaalde tijd.

Wat betreft de eerste 2 overeenkomsten, zijn deze afgesloten voor de inwerkingtreding van het nieuwe artikel. Evenwel volgt de vervangingsovereenkomst onmiddellijk op de twee opeenvolgende arbeidsovereenkomsten van bepaalde tijd, zodoende tellen deze overeenkomsten dus mee om de maximumtermijn van twee jaar te bepalen.

Niettemin mag de duur van de vervangingsovereenkomst buiten beschouwing worden gelaten. Dit omdat de aan de vervangingsovereenkomst voorafgaande opeenvolging van arbeidsovereenkomsten bepaalde tijd is gerechtvaardigd door een wettige reden. Alsook is de duur van de vier overeenkomsten samen niet langer dan de maximumtermijn van drie jaar.

bruno velghe