Tijdelijke werkloosheid – gebrek aan werk economische redenen- arbeiders

Hieronder vindt u enige basisinformatie over de voorwaarden en de formaliteiten bij tijdelijke werkloosheid wegens werkgebrek om economische redenen voor arbeiders. Noteer dat voor bepaalde sectoren een afwijkende regeling van toepassing is, zoals voor de bouwsector.

Tijdelijke werkloosheid: voor wie en wanneer?

Arbeiders en bepaalde “soorten” leerlingen kunnen tijdelijk werkloos gesteld worden.

Er is een gebrek aan werk omwille van economische redenen én dit werkgebrek is tijdelijk. Deze vorm van tijdelijke werkloosheid kan niet gebruikt worden bij gebrek aan werk wegens verbouwingen, onderhoud of defect van materiaal, wanbeheer, gebrekkige werkorganisatie…. Het gebrek aan werk mag niet structureel zijn.

De redenen moeten worden meegedeeld.

Welke regeling kunt u invoeren?

Afhankelijk van het werkgebrek, kunt u een regeling van volledige schorsing of van gedeeltelijke arbeid invoeren.

Aard

Modaliteiten

Maximumduur (+ verplichte werkweek)

Volledige schorsing

0 arbeidsdagen

4 weken (28 kalenderdagen) + verplichte werkweek

Gedeeltelijke arbeid
Grote schorsing

< 3 arbeidsdagen / week of

< 1 arbeidsweek / 2 weken

3 maanden + verplichte werkweek

Gedeeltelijke arbeid
Kleine schorsing

≥ 3 arbeidsdagen / week of

≥ 1 arbeidsweek / 2 weken

12 maanden

Wat is een regeling van volledige schorsing?

In deze regeling wordt er tijdelijk niet meer gewerkt. Een dergelijke regeling is mogelijk voor maximum 4 weken (28 kalenderdagen) en kan op eender welke dag van de week aanvatten.

Wanneer de maximumduur van 4 weken is bereikt, moet u eerst opnieuw een volledige werkweek invoeren vooraleer u een nieuwe regeling kunt invoeren. Dit kan zowel een regeling van volledige schorsing zijn, als een regeling van gedeeltelijke arbeid.  

Wat is een regeling van gedeeltelijke arbeid?

Een regeling van gedeeltelijke arbeid is een regeling waarin arbeidsdagen worden afgewisseld met werkloosheidsdagen. Het voorziene aantal arbeidsdagen bepaalt voor hoelang een regeling kan worden ingevoerd. Men spreekt van een grote schorsing of een kleine schorsing.

Wat is een grote schorsing?

Een grote schorsing is een schorsing waarin ofwel:

-  minder dan 3 arbeidsdagen per week zijn voorzien;

-  minder dan 1 arbeidsweek op twee weken is voorzien.

Er mogen dus maximum 4 werkloosheidsdagen per week of 8 werkloosheidsdagen per 2 weken vallen, indien gewerkt wordt in een vijfdagenstelsel. Een dergelijke regeling kan voor maximum 3 maanden worden aangevraagd. Een regeling waarbij er slechts 1 arbeidsdag op 2 weken voorzien wordt, wordt gelijkgesteld met een volledige schorsing,  en kan dus maar voor maximum 4 weken worden aangevraagd.

Wanneer de maximumduur van 3 maanden is bereikt, moet u eerst opnieuw een volledige werkweek invoeren vooraleer u een nieuwe regeling kan aanvragen.

Wat is een kleine schorsing?

Een kleine schorsing is een schorsing waarin ofwel:

-  minstens 3 arbeidsdagen per week zijn voorzien;

-  minstens 1 arbeidsweek op twee weken.

Er mogen dus maximum 2 werkloosheidsdagen per week of 5 werkloosheidsdagen per 2 weken vallen, indien gewerkt wordt in de vijfdagenweek. Een dergelijke regeling kan voor maximum 12 maanden worden aangevraagd.

Wat gebeurt er als u de toegelaten maximumduur overschrijdt?

Indien u de werkloosheid langer laat voortduren tot na de toegelaten maximumduur, moet u loon betalen voor de periode die die datum overschrijdt. Voorbeeld: u voert een volledige schorsing in van 4 weken. Indien u de werkloosheid laat voortduren, moet u loon betalen vanaf de 5de week.

Dat is ook het geval indien u de werkloosheid laat voortduren tot na de einddatum die u heeft meegedeeld, zelfs indien de toegelaten maximumduur nog niet bereikt is.

Bijzonderheden

Periodes van schorsing van de arbeidsovereenkomst verlengen de duur van de ingevoerde regeling niet.

Een periode van collectieve sluiting van de onderneming wegens jaarlijkse vakantie of inhaalrust, kan evenwel specifiek worden uitgesloten uit de mededeling. In dat geval mag de totale duur van de volledige schorsing of van de regeling van gedeeltelijke arbeid (gelegen vóór en na de sluitingsperiode) de toegelaten maximumduur niet overschrijden.

De regelingen gelden ook voor de deeltijdse werknemers. Om de maximumduur van de schorsing te bepalen, houdt men rekening met het arbeidsregime van een voltijdse werknemer in de onderneming of de afdeling. Er wordt dus geen rekening gehouden met het individuele uurrooster van de werknemer.  

De verplichte werkweek

Wanneer de regeling van volledige schorsing of gedeeltelijke arbeid de wettelijke maximumduur van 4 weken of 3 maanden bereikt, moet u gedurende een volledige week opnieuw de regeling van volledige arbeid invoeren, vooraleer u een nieuwe regeling (volledige schorsing of gedeeltelijke arbeid) kunt aanvatten.

Onder volledige werkweek wordt een ononderbroken periode van 7 kalenderdagen verstaan (bv. van vrijdag tot en met donderdag van de volgende week). Als u de verplichte werkweek niet naleeft, moet u een loon betalen voor het ontbrekend aantal dagen.

Welke formaliteiten moet u vervullen VOOR de aanvang van de tijdelijke werkloosheid?

-  U moet de arbeiders in kennis stellen van de voorziene werkloosheid;

-  U moet een voorafgaandelijke mededeling versturen aan de RVA;

-  U moet een mededeling doen aan de ondernemingsraad (of aan de vakbondsafgevaardigde); als u geen ondernemingsraad of vakbondsafvaardiging hebt, dient u enkel de arbeiders in kennis te stellen en de voorafgaandelijke mededeling te doen aan de RVA.

Welke formaliteiten moet u vervullen bij de AANVANG van de tijdelijke werkloosheid?

-  U moet maandelijks een controleformulier C3.2A afleveren aan elke arbeider die u tijdelijk werkloos stelt en u schrijft -et in in het validatieboek;

-  U moet maandelijks aan de RVA mededeling doen van de 1ste effectieve werkloosheidsdag voor elke arbeider;

-  Indien de arbeider een uitkeringsaanvraag moet indienen, moet u hem een formulier C3.2-WERKGEVER overhandigen of een elektronische aangifte doen (ASR scenario 2).

Welke formaliteiten moet u vervullen TIJDENS de periode van tijdelijke werkloosheid?

-  U moet een nieuw formulier C3.2A overhandigen aan de arbeiders vóór de 1ste werkloosheidsdag van elke maand en u moet aan de RVA de eerste effectieve werkloosheidsdag voor elke arbeider meedelen;

-  U moet maandelijks, na afloop van de maand, een betalingsformulier C3.2-WERKGEVER overhandigen aan de werkloos gestelde arbeiders of een elektronische aangifte doen (ASR scenario 5);

- Indien de contractuele arbeidsduur wijzigt (de factor Q of S), moet u een nieuw formulier C3.2-WERKGEVER ‘uitkeringsaanvraag’ afleveren of een ASR scenario 2 doen;

-  Indien u een arbeider aanwerft wanneer er al een regeling van tijdelijke werkloosheid lopende is, moet u de arbeider hierover tijdig informeren en, zo nodig, tijdig een nieuwe mededeling sturen naar de RVA;

-  Indien u het aantal werkloosheidsdagen verhoogt of overgaat van een regeling van gedeeltelijke arbeid naar volledige schorsing, moet u een nieuwe kennisgeving/mededeling doen aan alle partijen (behalve aan de ondernemingsraad);

-  Indien u een lopende regeling wil stopzetten, moet u de arbeiders en het werkloosheidsbureau van de RVA daarvan op de hoogte brengen en gedurende minstens 7 dagen vóór het verstrijken van de maximumduur van 4 weken of 3 maanden opnieuw de volledige arbeidsregeling invoeren.

Welke formaliteiten moet u vervullen OP HET EINDE van de periode van tijdelijke werkloosheid?

Als het werk normaal kan worden hervat, hoeft u niets te doen.

Als er nog steeds een gebrek is aan werk, kunt u een nieuwe regeling aanvragen, rekening houdend met het feit dat er – indien de maximumduur werd bereikt- een verplichte volledige werkweek dient te worden ingevoerd. 

Hebben de werknemers recht op werkloosheidsuitkeringen?

De arbeiders die tijdelijk werkloos worden gesteld hebben onmiddellijk recht op uitkeringen zonder dat ze een bepaald aantal arbeidsdagen moeten bewijzen.  De gewone vergoedbaarheidsvoorwaarden, zoals arbeidsgeschikt zijn, de voorwaarden voor het uitoefenen van een bijberoep,… zijn van toepassing. Is de werknemer ziek op een dag tijdelijke werkloosheid, dan moet hij dit melden aan zijn mutualiteit, en zal hij op die dagen ziekte-uitkeringen ontvangen.

De arbeiders ontvangen een werkloosheidsuitkering gelijk aan 65% van hun gemiddeld loon (begrensd tot 2.497,42 euro per maand). Daarnaast hebben ze recht op een supplement ten laste van de werkgever ( in een aantal sectoren Fonds Bestaanszekerheid), van minimaal 2 euro per dag tijdelijke werkloosheid. Op de uitkeringen tijdelijke werkloosheid wordt 26,75% bedrijfsvoorheffing ingehouden.

Kan de arbeidsovereenkomst beëindigd worden tijdens de schorsing?

De arbeider heeft het recht zijn arbeidsovereenkomst zonder opzegging te beëindigen tijdens een lopende periode van economische werkloosheid. Voorwaarde is dat de schorsing reeds effectief is ingegaan.

Indien de arbeider zijn opzeg gegeven heeft vóór de aanvang van de schorsing, loopt de opzeggingstermijn verder tijdens de schorsing.

Bij opzeg gegeven door de werkgever vóór of tijdens de schorsing, loopt de opzeggingstermijn niet tijdens de schorsing.

Eliott Duckers